De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog.
Nee er is geen tweede leven
Nee er is geen tweede leven nee mijnheer
ik weet het, wij moeten redelijk zijn.
Maar ik begrijp de wens van pharao’s
alles wat nu is te omarmen desnoods
in steen omarmen (de schaduw
in de plooien van de kussens die
nadat de levenden zijn opgestaan
in vorm van leven bleven liggen)
ja, zou dit ook in stenen doos
dit zonnige vertrek, dit sterk
gemerkte uur – voorbij de laatste dag
mee willen slepen.
Blauwe anemonen
Boeket met dertig blauwe anemonen.
Eén is een paar keer in zijn steel geknakt,
bij elke knak heeft hij een andere draai genomen.
Zo is die bloem de enige die recht naar buiten kijkt.
Denk niet meteen: dit is de dichter. Die weet nog niet
met welke van de dertig hij het meeste één is.
Weet nog niet eens dat hij straks
blauwe anemonen krijgt.
Dat Engels geen au heeft
Nog eerder beweer ik
hocus pocus
dan een taal te leren
zogenaamd.
Van niets weet ik
iets dan precies.
Als ik nies
is het in het nederlands.
Of als ik dit zwijgend
overhandig.
Zoals de zomer vraagt
en de winter antwoordt
ook omgekeerd –
je stapelt geen rozen
op rozen.
Nu is de langste dag alweer voorbij
en nog geen koele lichtgroene
winderige met ongemaaid gras
waarin je op een dijk kan liggen
naar mekaar te kijken gehad.

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.
VUIL
Gezichtspoeder, buskruit, anthrax-talkpoeder,
schilfertjes ijzer, as van crematoria, schijfjes
verpulverend poëziepapier – dat alles in mijn kluis,
en vuil, tanks, tempels, tempels vol met vuil.
Zaag-, zijde-, kalkvuil en kaf,
het vuil van het schuim van een stier, zijn kop zwaaiend
omdat-ie droomt dat de dood
aan komt kwijlen: vuil zelfs van de gepoetste,
schoongeschraapte Aegeïsche kust,
massa’s die erover kwamen stromen, schreeuwend
tegen wie die dag, die eeuw of voor altijd
de vijand was, waardig om vuil voor te zijn.
Tenslotte, zwevend vuil van de oogst, eventjes
als dat half-plotse rukje in de vlucht
van de havik, als de hoekjes van licht
door de bladeren van de bruinwordende essen.
Dierlijk vuil, mineraal, mentaal, allemaal verzameld
niet in de doos van sexy Pandora, niet
in de ark waar het vuil van heiligen
die zouden willen stollen als modderspul, nog siddert –
Gewoon deze leren, verweerde, ouwe doos,
groot als een hart of brein, het roestig slot verbrijzeld,
hengsels huilend van vreugd dat ze weer mogen tillen . . .
gezichtsvuil, buskruit, vuil, dierbaar vuil.
Vertaald door Rob Schouten

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e november ook mijn blog van 4 november 2018.