Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Indachtig G. Reve

Nu de Gedroomde in de Nacht is
die voor eeuwig lichtloos gloeit
heb ik mijn laatste vader verloren.

Zo eindigen profeten: zwijgend
in verpleegtehuizen,
aan tafels van kunststof tegen het morsen,
met straffen van twee tot vijf jaar.
Niemand nadert ongeschonden
tot het aangezicht van God.

Bij wie kan ik mijn onschuld pleiten?
Hem heb ik nog nooit gezien,
noch ook enig bewijs
van Zijn bestaan,

maar dat is waarschijnlijk wederzijds.
Het gras wordt gemaaid,
een geur stijgt op.

Het is te laat voor brieven.

 

Beeld in genade ontvangen

Ze tuimelt voorover in mijn dag,
een onhandige dienstmaagd
die over haar eigen voeten struikelt,
die dienbladen op de grond laat kletteren
en verlegen in de deuropening staat,
wachtend op het tij van onze grillen.

Verbijsterd kijkt ze toe hoe mensen sterven
en huizen verkruimelen, staat met de scherven
van het 206-delig theeservies aan haar voeten,
veegt de boei hoofdschuddend bij elkaar,
zij weet ook niet waarom alles zo kort duurt,
het huis is opgeruimd maar nooit voor lang.

Ze zou wel eens huilend op haar kamertje willen blijven
en twee hele dagen lang geen pap eten, maar dat kan niet
want voortdurend worden er baby’s geboren
en planeten geschapen waar ze voor redderen moet,

dus rent ze weer door de gang, struikelend over haar voeten,
zwetend in haar boezeroen, met vochtige strengetjes haar langs de oren,
mompelend ogottegottegottegot, o gottegottegottegot.

 

Singel

Met dank aan Jan Engelman en Marga Klompé

O singel weer rond
O cirkel weer dicht
O water weer open
Slaap zacht, Catharijnebaan
die we eindelijk mochten slopen.

Een nazi bedacht het
J. Kuiper volbracht het
De Ranitz verachtte
de volkswil en dempte de gracht.
Zo begon de lange wacht.

De stad draagt nu een ring.
De allereerste zilverwinde
zwom reeds de grote kring
en werd goddank niet opgevist; haar staartje
heeft vijftig jaar uitgewist.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

doel

het doel is dat
waarheen het zich ontwikkelt
goed dan wel slecht, alleen
met zijn tweeën, het doel
is waarvan
zoveel sprake is
van wijn en schijn, van
geld en goud, van
tol en wereld
het doel is datgene waardoor
men verstrikt raakt
littekens krijgt, verliefd
in cirkels rent,
geld en goed zoekt
dat sommigen nog van
het leven scheidt, schurken,
idioten en faillissement
afhandelaars luisteren
in de verte brullen
sappelmensen doel
doel, tepels doel
het doel is dat
wat er aan gewicht te
veel is

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Onze vriend uit Oslo (Uit: Mag ’t een ietsje meer zijn)

“Het was John Barrymore die eens zeide: ‘Een vrouw kan drie dingen maken uit niets: een slaatje, een hoed en ruzie.’ Het vierde is zonder de geringste twijfel een cocktailparty. Te Rome was ik weer eens in de gelegenheid deze verticale ontspanning te beoefenen. Merendeels buitenlandse gasten hadden zich verenigd ten puissanten huize van een heer, die in het hart van de kwestie, stond te kijken als een boeiende persoonlijkheid, voor wie hem wist aan te snijden. Zijn echtgenote, die wij op een moeilijk levenstijdstip aantroffen, dwarrelde gastvrouwelijk rond en sloeg fonteinen geestdrift uit een rots van wanhoop. Men nipte aan verversingen, zoals vorstelijke personen maar niet kunnen laten het noenmaal te gebruiken. Er heerste een stemming van wellevend verbeten verveling.
‘Ah – en u is onze jonge vriend uit Oslo,’ kwam de gastvrouw tegen mij roepen. Ze had het al een keer éérder gedaan, maar mijn rectificatie was blijkbaar niet tot haar doorgedrongen.
‘Nee nee, uit Amsterdam,’ zei ik, op een toon of het maar een enkel breedtegraadje scheelde.
‘Ach, natuurlijk…’
Zij verdween weer in de menigte, mij overlatend aan een windstille heer op leeftijd, die als een uitgedwarreld blad in het leven lag, en mij aankeek of ik zijn twaalfde bord balkenbrij was. ‘How’s your king?’ vroeg hij eindelijk.
‘We have no king,’ zei ik.
Hij zweeg ontmoedigd.
‘We have a queen,’ sprak ik, om hem tegemoet te komen.
‘Is that so…’ vroeg hij gehinderd, of ik hem lastig viel met lootjes op een rookworst. Daarop begaf hij zich neuriënd naar elders.
Toen ik mijn glas ging neerzetten op een grote tafel, waar verscheidene personen de moeilijke spitzendans om de eetwaren uitvoerden, rees de gastvrouw weer op en riep met een nauwelijks gehavende glimlach: ‘Ah – en daar is onze jonge vriend uit Oslo!’
Zij stond in een groepje gezonde mannen, die keken of ze het onbetaalbaar vonden, daar vandaan te komen. Even wilde ik mijn rectificatie weer plaatsen, maar opeens leek het me een beetje querulant, het aldoor beter te willen weten.
‘Yes…’ zei ik en nam een nieuw glas van haar aan.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

op het januaristrand

vandaag zag ik geen bloesem, geen fruit
vandaag liep ik over het verbleekte strand

het constante schemerlicht
de zon ijzig in haar ondergang

zwijgend volgde ik de kribben
verloor tijd en verdwijnpunt

half intact lag een enorme zeehond bij de vloedlijn
de waanzinnige grijns van zijn skeletachtige schedel

zijn scherpe tanden bekeek ik aandachtig, bewakers
van een euforisch opengesperde doodsbek

louter afdrukken van meeuwenpoot eromheen
ook mijn eigen spoor zag ik en draaide me om

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Victor Vroomkoning, Horst Bingel

De Nederlandse dichter Victor Vroomkoning (pseudoniem van Walter van de Laar) werd geboren op 6 oktober 1938 in Boxtel. Zie ook alle tags voor Victor Vroomkoning op dit blog.

 

Wijding

De kaarsen die zij in de grond
stak, bakenden hun graf af, wees
zij hem hun ruimte in de dood.

Ze zouden op het zuiden liggen
met hun hoofden vol geluiden van
de vogels in de oksels van het kerkje,
aan de noordkant lag nog sneeuw.

Ze dronken Hemawijn uit plastic
bekers, vlochten ijzerdraad tot
ringen, beurden chips als heilig
brood, neurieden Latijnse dingen.

Dronken wordend strekten zij zich
in het mos uit, hielden eikaars
adem in, vergingen. Gingen.

 

Recessie

Met verliefdheden gaat het
als met je leven: ze willen
steeds minder lukken. Hoe
veelbelovend begonnen ze:
evenwichtsstoornissen, braak-
neigingen, smachtelijke blik
op de nachtelijke eeuwigheid,
scherp besef van god, samen
dood willen, daarna alleen,
langzaam herstellen, weer
bomen en struiken zien staan,
je vrouw, dat nam toch gauw
een paar maanden tot een jaar.

Gaandeweg steeds minder ongelukkig
geluk, alles bij elkaar twee
weekjes, je blijft er noemenswaardig
goed uitzien, let te snel weer op
je kinderen. Verliefdheid niet
veel meer dan een onschuldige
aandoening: even erdoor van streek,
je schraapt je keel, snuit je neus,
simuleert wat snikken en gaat over
tot de orde van het huwelijk.

 

Tocht

Zijn slapen sneeuwen in.
Naast hem in hun wagen
geeft zij hem niet veel
meer dan een jaar

voordat zijn boordwit door-
loopt in de berm
van zijn haar.

Houdt zij het stuur
dan gluurt hij naar
haar perkamenten vel,
het stikwerk van pigment.

Naar nieuwe verten onderweg
ontkomen zij steeds minder
aan het oude, zeer nabije

tot één de bocht vindt
om te missen, de einders
tegemoet.

 

Victor Vroomkoning (Boxtel, 6 oktober 1938)

 

De Duitse dichter, schrijver, graficus en uitgever Horst Bingel werd geboren in Korbach op 6 oktober 1933. Zie ook alle tags voor Horst Bingel op dit blog.

 

Liberté

In je adem, de
kou, verbroedering in de
roes van de wijn,
de operette, je
favoriet
in je oor,
Fledermaus.
Kou
verwarmt.

Sterker dan kou,
scheidt de smaak
rode en witte
bessen:
quelle différence
de bouquet
warme en
koude Marseillaises.

Ik hou
van je, op
het internet, de
kus verborgen, een
enkele fureur
tussen twee
paar lippen, op
de tong, de
égalité

Ik heb
geen strafhof
nodig in Den Haag .
Fraternité, in de
wagon-lit. Patina.
In de regenboog, altijd
lachende mensen, de
fata morgana
liberté.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Horst Bingel (6 oktober 1933 – 14 april 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e oktober ook mijn blog van 6 oktober 2021 en ook  mijn blog van 6 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Dimitri Verhulst, Wallace Stevens, John Hegley

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: Problemski Hotel

“Doe maar gewoon alsof ik er niet ben”, zei ik tegen het kind dat van de honger aan het sterven was en dat ik probeerde te fotograferen.
Ik was zenuwachtig en wou dat ik een pil te slikken had die het beven van mijn handen zou stoppen. Ergens voelde ik dat dit mijn foto zou worden. Dé foto. Die foto die mijn grote doorbraak zou inluiden, waardoor ik mijn marktwaarde kon opdrijven, die het mij zou toestaan de grote baas van Reuters te vragen of hij mij eens terug kon bellen wanneer het mij beter paste. Een fotograaf voelt zoiets. De wereldberoemde Henri Cartier-Bresson voelde het toen hij dat jongetje met de twee wijnflessen in de Parijse rue Mouffetard vastlegde, Elliot Ervitt voelde het toen die neger voor het oog ronde camera zijn rong uitstak, Alfred Stieglitz voelde het toen dat mooie meisje met de nog mooiere vingers haar jas had dichtgeknoopt op het juiste moment, en Edward Steichen had honderden kiekjes van Greta Garbo geschoten maar had nog tijdens het scheepstellen van zijn lens gevoeld: dit wordt het enige, ware, schone, ultieme portret van de godin. Hetzelfde als wat ik voelde met het uitgehongerde kind in mijn vizier. Zalig.
Op avonden die nergens voor deugen dan voor flauwekul hoor je weleens beweren dat fotografie veel, zo niet alles met geluk van doen heeft. En dan beginnen ze over de maker van de foto die iedereen kent: het naakte meisje, verbrand, rennend met de armen open. Christus met een kut. Als de fotograaf niet toevallig op de plaats van het napalmbombardement was geweest, zo redeneren ze, dan had hij nooit die foto kunnen schieten en dus heeft het te maken met geluk. Tja. U gaat toch niet mopperen dat ik het geluk had dat er voor mijn ogen een kind lag te creperen? Ik had dat geluk niet. Ik had dat talent. Zoals Robert Capa het talent had, de neus had, met zijn camera op de plaats te zijn waar een soldaat de hersenen uit de kop werden geschoten. Geluk, zeggen bergbeklimmers die een moordende steenlawine op drie centimeter van hun smikkel zagen voorbijrazen, geluk is op den duur een kwestie van bekwaamheid. ik weet dat ze daar gelijk in hebben.
Dat stervende kind dat ik wou fotograferen, ik moet daar eerlijk in zijn, vormde een dramatisch en artistiek keerpunt in mijn leven. Het bekeerde mij tot de kleurenfotografie. Als student was ik opgeleid in de traditie van de zwartrotfotografie. Een kleurenfilmpje, dat werd omzeggens alleen gekocht voor vakantiekiekjes en huwelijksreportages.”

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

De Amerikaanse dichter en essayist Wallace Stevens werd geboren op 2 oktober 1879 in Reading, Pennsylvania. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 eneveneens alle tags voor Wallace Stevens op dit blog.

 

Sunday Morning

VII

Supple and turbulent, a ring of men
Shall chant in orgy on a summer morn
Their boisterous devotion to the sun,
Not as a god, but as a god might be,
Naked among them, like a savage source.
Their chant shall be a chant of paradise,
Out of their blood, returning to the sky;
And in their chant shall enter, voice by voice,
The windy lake wherein their lord delights,
The trees, like serafin, and echoing hills,
That choir among themselves long afterward.
They shall know well the heavenly fellowship
Of men that perish and of summer morn.
And whence they came and whither they shall go
The dew upon their feet shall manifest.

VIII

She hears, upon that water without sound,
A voice that cries, “The tomb in Palestine
Is not the porch of spirits lingering.
It is the grave of Jesus, where he lay.”
We live in an old chaos of the sun,
Or old dependency of day and night,
Or island solitude, unsponsored, free,
Of that wide water, inescapable.
Deer walk upon our mountains, and the quail
Whistle about us their spontaneous cries;
Sweet berries ripen in the wilderness;
And, in the isolation of the sky,
At evening, casual flocks of pigeons make
Ambiguous undulations as they sink,
Downward to darkness, on extended wings.

 

Wallace Stevens (2 oktober – 1879 – 2 augustus 1955)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

In een lavaveld stappen

De Fransman, Patrice, wordt voorafgegaan
door een reputatie voor het in kaart brengen en vastleggen van vulkanen
Ik heb begrepen dat het niet zijn werk is, maar zijn passie.
Terwijl ik de man ontmoet
aan een Franse eettafel
bij zijn zus, Cécile,
geeft hij te kennen dat ook ravijnen
hem en zijn camera in beweging brengen.
Ik wijs op de steile hellingen die ravijnen en vulkanen gemeen hebben.
Zijn zus wijst op een broer die altijd wankelt
aan de rand van een afgrond.
Een man op het randje.

Er wordt fruit aangeboden als dessert.
Patrice begint
de appel te schillen met zijn zakmes,
en terwijl hij het vervolgens gebruikt
om het vruchtvlees te snijden,
roept het een vergeten flits van mijn vader op.
Hij zat aan onze eettafel met zijn eigen zakmes en
gaf me gul het beste stuk
uit handen die gebarsten waren tot woeste ravijnen
en ingesmeerd met vaseline.
Pap, soms stond je op het punt om uit te barsten,
maar ondanks elk brandend pak slaag dat je me gaf,
heb ik er nooit aan getwijfeld
dat je onvoorwaardelijk
de rest van je leven zou opofferen
om mij te redden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e oktober ook mijn blog van 2 oktober 2024 en ook mijn blog van 2 oktober 2023 en ook mijn blog van 2 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 2 oktober 2018.

October (Robert Frost), P. N. van Eyck, John Hegley

 

 

October door George Inness, 1886

 

October

O hushed October morning mild,
Thy leaves have ripened to the fall;
Tomorrow’s wind, if it be wild,
Should waste them all.
The crows above the forest call;
Tomorrow they may form and go.
O hushed October morning mild,
Begin the hours of this day slow.
Make the day seem to us less brief.
Hearts not averse to being beguiled,
Beguile us in the way you know.
Release one leaf at break of day;
At noon release another leaf;
One from our trees, one far away.
Retard the sun with gentle mist;
Enchant the land with amethyst.
Slow, slow!
For the grapes’ sake, if they were all,
Whose leaves already are burnt with frost,
Whose clustered fruit must else be lost—
For the grapes’ sake along the wall.

 

Robert Frost (26 maart 1874 – 29 januari 1963)
San Francisco, de geboorteplaats van Robert Frost, in oktober

 

De Nederlandse dichter criticus, essayist en letterkundige Pieter Nicolaas van Eyck werd geboren op 1 oktober 1887 in Breukelen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor P. N. van Eyck op dit blog.

 

Het ik

Troebel idool, kan ’t licht u binnendringen,
Dan zult gij, eens, zó klaar doorzichtig zijn,
Dat ik, wanneer het diep uit mij gaat zingen,
In u als heldere vorm der ziel verschijn.

Doch schim, fantoom gij, als ge, uw doel ontwijdend,
Niet haar, doch úw onschendbaarheid bewaakt,
En, blindelings tegen elk die nadert strijdend,
De citadel der ziel haar kerker maakt.

Zwaar, dan, ’t beklag als ‘Ik-die-Ik-verdedig’,
Ontwricht, ook zelf, door ’t vehement verzet,
Gij, na dat fel geweld vermoeid en ledig,
Terughaakt naar uw strenge, zachte wet.

Tot in uw binnenst zijns-besef verminderd,
Martelt u ’t maanwoord, dat ge weerloos duldt:
Nu weet gij, hoe úw toedoen God verhindert,
(Zélfs als ’t zijn tijd is!) dat hij zich onthult.

 

De keizer

Hoog en stil, in ’t glinsterend ijzer,
Boven volksgril – die hij haat –
Rijdt, als droomde hij, de Keizer
Dwars de davering door der straat.

Maar de spotschelm, eng ter slinker,
Schampert: “ken uw waarheid, dwaas!
Dood, die bittere verminker,
Schendt ook u tot, aanstonds, aas.”

Smaad, als roem, maakt wijzen wijzer, –
Baat de schelm zijn hete spot?
De een blijft, onverlet, de Keizer,
De andere een naamloze onder ’t rot.

 

Het gedicht

Eén berk, in het opene tussen de sparren,
Als een volk om zijn koning het bos om die berk,
De zon en de wind in de takken, de schaduwen
Vluchtig-bewegelijk, teder en sterk.

Ik, tot dit krachtige leven verkoren,
Treed als ontbonden door schaduw en licht,
Vrij, als de zon en de wind in de bomen,
In die stralende wereld: de Droom van ’t Gedicht.

 

P. N. van Eyck (1 oktober 1887 – 10 april 1954)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

Foto in St. James Park

een warme lentedag aan het meer
en een jonge vrouw en man
waarschijnlijk toeristen
mogelijk Spanjaarden
die een foto van zichzelf samen wilden
gaven hun camera aan iemand
vrijwel zeker Engels
die bepaalde landgenoten
voorspelbaar zouden omschrijven
als een zeer dronken oude schooier
maar voor hen was hij slechts een voorbijganger
hij nam de camera aan
had lang nodig om scherp te stellen
en zichzelf in evenwicht te brengen
maar slaagde erin de foto te maken
en ontving oprechte dankbaarheid
van de twee
die niets afwijkends in zijn gedrag hadden gezien
en zich hem zouden herinneren
als een vriendelijke en behulpzame
Engelse heer
als hij niet met hun camera in het meer was gevallen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e oktober ook mijn blog van 1 oktober 2021 en ook mijn blog van 1 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 1 oktober 2018 en ook mijn blog van 1 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Pé Hawinkels, W. S. Merwin

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Het uiterlijk van de Rolling Stones (Fragment)
Een lyrisch-episch leerdicht

II De zwarte markies met suikerziekte
…………
Wat moeten wij, nu de interne berg
Van de geschoren kruin, waar de goden elkaar
Beoorlogen of naaien, tot in de zoom die in
De vlakte sleept met sawah’s in cultuur
Gebracht is, nog met één standvastig krijgertje
In de goot? Daar hoeft maar één
Genie in te liggen en we zijn
Helemaal nergens meer. Och heer, nu wordt
Het krachtig donker, gaan aan de overzij
De lichtjes aan. Een koppel gezichten
Zwelt aan, als de oceaan wanneer Adriaan
Roland Holst een venster openzet, –
Hun expressie verschilt als een staatkundige
Van een natuurkundige landkaart, als een taal-
Van een redekundige ontleding: hun onderwerp
Is eender. Laat ons hopen dat het de deficiëntie
Van de tijd is, niet de wederkerige
Invloed van polsslag en horloge, de bekoring
Van de dood of andere verfijndheden.
Wolken zijn soms van een parelgrijs,
Dat men nooit bij bloemen ziet, ten hoogste
Eén keer in een heel leven bij een spijkerbroek.
En een schedel, die is wit als koffiemelk
Of als het schuim in de mondhoeken van
Een verliefde dichter. Maar ziet, de diaprojector
Klikt, en de wolken zijn wit, de schedel verkoolt;
Een observatie van een flauwigheid, afgrondelijk
Als je allemaal nagaat wàt er op het spel staat:
Identificatie van het ene gezicht, lijdend
Als aan de ziekte van de derde stand, waarvoor
De kreeft het zinnebeeld mag zijn, en in
Een uiterst precair equilibre op een principe,
Zo koud en abstract, dat niet alleen
Het voorstellingsvermogen van Paulus VI
Maar zelfs dat van Jorge Luis Borges tekortschiet.
Wij weten dat er tussen de planeten
Een luchtledig is, een ‘niets’, maar ook
Dat die ruimte desondanks, zij het wellicht
Enkel grammaticale, aspecten bezit die ons ervan
Weerhouden aan te nemen, dat het echt
Niéts is, wat daar speelt.
Welnu, op het tweede gezicht der beide
Exécutairs leest, dodelijk onthutst, de president
Een niets, dat z. tot dat van het heelal verhoudt
Als de coïtus tot Hearts Beat and Shades
In Physical Embraces, en hij hoopt van ganser harte
Dat hij z. op grond van de tijd vergist.

 

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler William Stanley Merwin werd geboren in New York op 30 september 1927. Zie ook alle tags voor W. S. Merwin op dit blog.

 

Een tijdgenoot

Wat als ik nu zou afdalen uit deze
stevige donkere wolken die zich dag na dag
tegen de berg opstapelen, zonder regen erin
en zou leven als een grassprietje
in een tuin in het zuiden, wanneer de wolken zich in de winter openen
vanaf het begin zou ik ouder zijn dan alle dieren
en tot het einde zou ik eenvoudiger zijn
vorst zou me ontwerpen en dauw zou op me verdwijnen
zon zou door me heen schijnen
ik zou groen zijn met witte wortels
wormen als een buit aan mijn voeten voelen
geen naam en geen angst hebben
mij op natuurlijke wijze naar het licht keren
weten hoe ik de dag en de nacht moet doorbrengen
en mijn hele leven lang
uit mezelf klimmen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

W. S. Merwin (30 september 1927 – 15 maart 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn blog van 29 september 2020 en eveneens mijn blog van 29 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Kay Ryan

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

NEEDLE

Not even a
needle is left
of the great
struggle to
transport the
gift intact.
Not a single
fragment of
prism. A
crystal vase
of perfect
proportion,
crushed to
dust, no part
escaped. This,
one regrets, is the
workable paste
of art.

 

RUBBING LAMPS

Things besides
Aladdin’s and
the golden cave
fish’s lamps
grant wishes.
In fact,
most lamps
aren’t lamp-
shaped and
happen by
accident: an
ordinary knob
goes lambent
as you twist
or a cloth turns
to silver mesh
against a dish—
something
so odd and
filled with promise
for a minute
that you spend
your only wish wishing
someone else
could see it.

 

WINTER FEAR

Is it just winter
or is this worse.
Is this the year
when outer damp
obscures a deeper curse
that spring can’t fix,
when gears that
turn the earth
won’t shift the view,
when clouds won’t lift
though all the skies
go blue.

 

Gerelateerde dingen

Wie, die alleen vleugels had gezien, kon de
dunne stokjes van dingen
die vogels als land gebruiken,
de achterwaartse manier waarop ze buigen,
de dwaze manier waarop ze staan, extrapoleren?
En wie, die alleen
vogelsporen in het zand bestudeerde,
kon denken dat die kleine vorken
op de wind waren neergedaald?
Zoveel gerelateerde dingen lijken vreemd.
Wie had ooit kunnen dromen
dat de breed gevleugelde raaf van wanhoop
de lucht zou verlaten en
met kreupele poten op de grond zou landen,
een gewone kraai?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e september ook mijn blog van 27 september 2020 en eveneens mijn blog van 27 september 2018 en eveneens mijn blog van 27 september 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Niccolò Ammaniti, Kay Ryan

De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti werd geboren in Rome op 25 september 1966. Zie ook alle tags voor Niccolò Ammaniti op dit blog.

Uit: Ik en jij (Vertaald door Etta Maris)

“De avond van 18 februari 2000 ging ik vroeg naar bed en ik viel meteen in slaap, maar ik werd ’s nachts wakker en kon daarna niet meer slapen.
Om tien over zes lag ik met mijn dekbed tot aan mijn kin opgetrokken met open mond te ademen.
Het was stil in huis. Het enige wat je hoorde was de regen die tegen de luiken sloeg en de lucht die mijn luchtpijp in- en uitging.
Ik wachtte tot mijn moeder me zou komen wekken om me weg te brengen naar mijn afspraak met de anderen. Even later hoorde ik haar op de verdieping boven mij heen en weer lopen tussen de slaapkamer en de badkamer.
Ik stak de krekelvormige lamp op mijn nachtkastje aan. Het groene licht bescheen een stukje kamer waar de uitpuilende rugzak, het gore-tex ski-jack, de tas met skischoenen en de ski’s lagen.
Ik had dat jaar een groeispurt gehad alsof ik kunstmest te eten had gekregen, en opeens stak ik boven mijn leeftijdgenoten uit. Mijn moeder zei dat ik was opgerekt door twee trekpaarden.
Ik bracht veel tijd door voor de spiegel om mijn witte huid vol sproeten en de blonde haren op mijn benen te inspecteren. Op mijn hoofd groeide een ebbenhouten bos haar waar mijn oren uitstaken. Mijn gelaatstrekken waren veranderd door de puberteit en tussen mijn groene ogen prijkte een indrukwekkende neus.
Ik stond op en stak mijn hand in het grote voorvak van de rugzak die naast de deur lag. ‘Het zakmes is er De zaklamp ook. Alles is er’ mompelde ik.
De voetstappen van mijn moeder in de gang. Ze droeg waarschijnlijk haar donkerblauwe schoenen met hoge hakken.
Ik dook terug in bed, knipte het licht uit en deed alsof ik sliep.
‘Lorenzo, wakker worden. Het is al laat’ Ik tilde mijn hoofd op van het kussen en wreef mijn ogen uit.
Mijn moeder haalde het rolluik op. ‘Wat een afschuwelijke dag. Hopelijk is het in Cortina beter’
Het sombere licht van de dageraad tekende haar silhouet smal af. Ze had de rok en het grijze colbertje aangetrokken die ze altijd droeg wanneer ze belangrijke dingen te doen had. Het zwarte truitje. De parelketting. En de donkerblauwe schoenen met hoge hakken.
‘Goedemorgen.’ Ik gaapte, alsof ik net wakker werd.
Ze ging op de rand van mijn bed zitten. ‘Lieverd, heb je lekker geslapen?’
‘Ja.’
‘Ik ga je ontbijt klaarmaken. Ga jij intussen douchen.”

 

Niccolò Ammaniti (Rome, 25 september 1966)

 

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

Het licht van interieurs

Het licht van interieurs
is de het mengsel
van wie weet hoeveel
deuren op een kier, ramen
met terloops gesloten gordijnen,
niet geblindeerd of geopend,
oculi in plafonds,
putten, poorten, schachten,
losse verbindingen, lekken
en andere gaten
in het oppervlak. Maar hoe
dan ook, eenmaal binnen,
stuitert het licht
richting het interieur,
glanzend van glazig
emaille en poetsmiddelen,
verzacht door slijtage
en veelvuldige aanraking, gedempt
in tapijt en handdoeken ,
door gangen geslingerd,
evenzeer verward
door de spreiding en orde
van liefde en mislukking
tot een ideale en nu
bronloze textuur die,
gemengd met stilte
een eenvoudige
tafel met bloemen
tot een eiland maakt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 25e september ook mijn blog van 25 september 2021 en ook mijn blog van 25 september 2019 en ook mijn blog van 25 september 2018 en eveneens mijn blog van 25 september 2016 deel 2.

Joke van Leeuwen, Kay Ryan

De Nederlandse dichteres, schrijfster, illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

 

Er kwamen woorden op bezoek…

Er kwamen woorden op bezoek
Ze bleven zitten in mijn rotan stoelen.
Ze zaten te bedoelen met rood hoofd.
Gij, waarin ik zo anders had geloofd
was zonder goddelijke jas
en stukken kleiner. Verfijnd
vroeg ieverans zich af hoe ergens
ergens anders was. Seffens
hield zich niet strak aan straks,
bleef sloom op beide billen hangen.
Maar goesting,
uit zijn stoel gerezen,
breed, met handen, bood zich aan
als nieuwste woord om zelf te lezen.

 

Vier manieren om op iemand te wachten

1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad
rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
maar ruikt, het ruikt de ramen uit, het
doet zijn best niet in te zakken, zoals
een ingehouden buik niet bol te zijn –
ook andersom is vergelijken.


2 Lopend. Bijvoorbeeld naar de ramen
en terug en toch weer naar de ramen,
omdat geluid zich buigt naar wat je
horen wilt, maar het niet is. Er danst
een stoet voorbij, verklede mensen die
iets onverstaanbaars juichen, van elkaar
goed weten hoe ze heten en te kijken
dansen dat je kijken moet.


3 Staand. Bij een ingang, uitgang waar je zei
dat, maar er zijn er drie, je weet niet meer
of die of deze. Van blijven staan komt
niemand tegen, maar met bewegen
wordt haast bereikt wat net verdween.
Zeker nog niet gezegd wie blijft en wie
beweegt en wie dan wie wanneer
en van hoe ver weer ziet.

 

Corona-poëzie

“Als die venijnige
ijzerenheinige
virusjes die je niet ziet
als die rond-hoppende
in de war schoppende
piepkleine stukjes verdriet
weg zullen kwijnen
en daarna verdwijnen
dat nergens nog eén overschiet
dan zal ik je kussen
maar ja, ondertussen
doe ik dat maar niet.”

 

Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)

 

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

Niets gewaagd

Niets bestaat als een blok
en kan niet worden opgedeeld.
Dus als er niets gewaagd wordt,
is het niet alleen gepraat;
het is het grote waagstuk..
Vraag je je niet af
hoe mensen denken
dat de oevers van ruimte
en tijd er niet toe doen?
Hoe ze
de grote tanks leegzuigen tot
een restant van slijm en salamanders
en daarvoor bedankt willen worden?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e september ook mijn blog van 24 september 2020 en eveneens mijn blog van 24 september 2019 en ook mijn blog van 24 september 2017 deel 2.

Herfst (M. Vasalis), Jaap Harten, Dannie Abse

 


Herfstbos door Albert Bierstadt, 1886

 

Herfst

Toornige vreugde doet mij rechtop gaan
dwars door de herfstige plantsoenen
waar in het nat verwilderd gras
rillend naast de zwarte plas
een troep verregende kalkoenen
verworpen, onheilspellend staat.

De wind schuift in de glazen wolken
lichtende wakken hemel open
en wervelt glinsterende kolken
omhoog uit gele bladerhopen.
Als gevallen englen hokken
door geen zon meer te verzoenen
in een somber dreigend mokken
daar mijn broeders de kalkoenen.

M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)
Den Haag, de geboorteplaats van M. Vasalis, in de herfst

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.

 

Het jaargetij ging

Het jaargetij ging
van de ene hand in de andere
en wij gingen mee;
de zomerwei werd op slot gedaan
en een harmonika van bruin, geel of
rood hing plotseling aan alle takken,
hij speelde een liedje van kou.

Wij zaten nog
met ons hoofd in de zomer,
met onze spieren in het groen:
vuil en jong leefden wij op de akkers
en transpireerden als een drummer
die niet luisteren wil naar rede,
een nerveuze bosgod in zijn eigen rijk.

Wij bereden paarden met sterke nek
en klommen in het oor van de ruimte
die ons dan weer terugwierp op aarde.
Om de tijd mee te temmen hadden wij
handen vol oerdrift en geluk,
om de dag te verkennen leefden wij
tussen de stallen van het platteland,

waar wij vochten, tot het uiterste
gespannen, bloed tegen bloed,
een vete van boerenjongens,
ridders te vuur en te vuist.
En altijd hadden wij honger naar lucht:
een elastische god die ons tot
op het bot bezielde met staalblauw.

 

Hoe gaat de nacht voorbij

Hoe gaat de nacht voorbij,
met een ossenspan en gloeiende
sporen van demonen?
Wij hebben geen masker nodig
voor de liefde.

Wat bergt de nacht in haar schede,
messen voor de moordenaar,
blaffende honden, het harde
lichaam van de dood?
Ik adem je huid van liefde.

Wat denkt de zilversmid
van de sterren, dat hij beter
werk levert in de nacht dan jij
en ik? Wij spannen onze spieren
en adem voor de wilde liefde.

 

Jaap Harten (22 september 1930 – 2 december 2017)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Een oude verplichting

Lang geleden sneuvelden mijn verwanten in de strijd,
voedden zwarte vliegen op al hun bleke maskers.

Ik had toen een plicht. Ik had toch zeker een plicht?
Ik was er voor hen en zij  waren er voor mij.

Nu, terwijl ik me herinner waarom, wat, wie,
denk ik de gedachte die zo leeg is als steen.

Terwijl ik vanavond reis, concentreer ik me op de achterkant
van helderheid, op die rode vlek die trilt.

Wat ben ik erachter vergeten? Het gaat
waar de rode vlek gaat, stijgend, dalend.

Ik beschrijf alleen een zonsondergang, een auto die rijdt
over een slingerende bergweg, dat is alles.

Ik kom te laat aan, nader de onverlichte duisternis.
Zij die buiten uitgangen en ingangen rondhangen,

zo verdrietig, zo geduldig, zelfs zij zijn vertrokken.
En ik ben geen geest en deze plek ligt in puin.

‘Zwart,’ roep ik zachtjes naar een dode maar geliefde,
‘Zwart, zwart,’ en verlang dat de nacht antwoordt, …
                                                                                ‘Zwart’.

 

 Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.