Bij het begin van de herfst
Herfstbos door Albert Bierstadt, 1886
Herfst
Toornige vreugde doet mij rechtop gaan
dwars door de herfstige plantsoenen
waar in het nat verwilderd gras
rillend naast de zwarte plas
een troep verregende kalkoenen
verworpen, onheilspellend staat.
De wind schuift in de glazen wolken
lichtende wakken hemel open
en wervelt glinsterende kolken
omhoog uit gele bladerhopen.
Als gevallen englen hokken
door geen zon meer te verzoenen
in een somber dreigend mokken
daar mijn broeders de kalkoenen.

Den Haag, de geboorteplaats van M. Vasalis, in de herfst
De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.
Het jaargetij ging
Het jaargetij ging
van de ene hand in de andere
en wij gingen mee;
de zomerwei werd op slot gedaan
en een harmonika van bruin, geel of
rood hing plotseling aan alle takken,
hij speelde een liedje van kou.
Wij zaten nog
met ons hoofd in de zomer,
met onze spieren in het groen:
vuil en jong leefden wij op de akkers
en transpireerden als een drummer
die niet luisteren wil naar rede,
een nerveuze bosgod in zijn eigen rijk.
Wij bereden paarden met sterke nek
en klommen in het oor van de ruimte
die ons dan weer terugwierp op aarde.
Om de tijd mee te temmen hadden wij
handen vol oerdrift en geluk,
om de dag te verkennen leefden wij
tussen de stallen van het platteland,
waar wij vochten, tot het uiterste
gespannen, bloed tegen bloed,
een vete van boerenjongens,
ridders te vuur en te vuist.
En altijd hadden wij honger naar lucht:
een elastische god die ons tot
op het bot bezielde met staalblauw.
Hoe gaat de nacht voorbij
Hoe gaat de nacht voorbij,
met een ossenspan en gloeiende
sporen van demonen?
Wij hebben geen masker nodig
voor de liefde.
Wat bergt de nacht in haar schede,
messen voor de moordenaar,
blaffende honden, het harde
lichaam van de dood?
Ik adem je huid van liefde.
Wat denkt de zilversmid
van de sterren, dat hij beter
werk levert in de nacht dan jij
en ik? Wij spannen onze spieren
en adem voor de wilde liefde.

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.
Een oude verplichting
Lang geleden sneuvelden mijn verwanten in de strijd,
voedden zwarte vliegen op al hun bleke maskers.
Ik had toen een plicht. Ik had toch zeker een plicht?
Ik was er voor hen en zij waren er voor mij.
Nu, terwijl ik me herinner waarom, wat, wie,
denk ik de gedachte die zo leeg is als steen.
Terwijl ik vanavond reis, concentreer ik me op de achterkant
van helderheid, op die rode vlek die trilt.
Wat ben ik erachter vergeten? Het gaat
waar de rode vlek gaat, stijgend, dalend.
Ik beschrijf alleen een zonsondergang, een auto die rijdt
over een slingerende bergweg, dat is alles.
Ik kom te laat aan, nader de onverlichte duisternis.
Zij die buiten uitgangen en ingangen rondhangen,
zo verdrietig, zo geduldig, zelfs zij zijn vertrokken.
En ik ben geen geest en deze plek ligt in puin.
‘Zwart,’ roep ik zachtjes naar een dode maar geliefde,
‘Zwart, zwart,’ en verlang dat de nacht antwoordt, …
‘Zwart’.
Vertaald door Frans Roumen

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.