De Nederlandse dichter en schrijver Simon Vestdijk werd geboren in Harlingen op 17 oktober 1898. Zie ook alle tags voor Simon Vestdijk op dit blog.
Juni
De maand is uitgebalanceerd en snel
En jong en snaat’rend als een eendenkom;
De nachten zijn te kort en noord’lijk hel
En kant’len makk’lijk naar de ochtend om.
Dit is het ergst: men kent die nachten wel,
Dat men zich wentelt om en om en om
In ’t lauwe bed, terwijl een Turksche trom
Van verre kermissen de zielsrust kwelt.
Alles in bloei, en alles hangt te bengelen
En daagt de zwaartekracht uitbundig uit
En vliegt en zweeft en doet wat ’t niet kan laten.
En wie des nachts een draaiorgel hoort jengelen
Droomt kort en bondig van de acrobaten
Die, vallend, door een koord worden gestuit.
Juli
Verwonderd vragen van de eerste vruchten:
Zijn wij voor ’t midden of voor ’t eind bestemd?
Reeds schallen onze bongerds van geruchten
Die het welvarend appelvolk niet kent.
Het najaar stooft met zijn verbleekte luchten
Ons zoo verwoed niet als dit licht ons temt
En zoet en vloeibaar maakt; wij willen vluchten,
Maar kunnen niet, door ’t rijpen overstemd.
Jong rijp jong rot: wij gaan de avond in,
En hangen pronkend achter meisjesooren,
Wij willen leven, en wij kunnen niet.
Wij werden niet als toovervrucht geboren,
Maar moeten bloeden in ons eerst begin,
En moeten sterven bij een kinderlied.
Augustus
De warmste dag, en dit merkwaardig korten
Der dagen, waar de dood de hand in heeft,
De dood van ’t jaar, die zich nog op wil schorten,
Doch reeds in koop’ren donderkoppen beeft.
En als de hondsdag ons het graan niet geeft,
Dan komen onverhoeds de ijscohorten
Van koning Winter grijnslachend en scheef
Zich op het onbeschermde bouwland storten.
Een grijsaard, heet en geil, verwarmt zijn leden
Aan de eigen brand, en brandt geweldig op,
Met heel zijn toekomst saamgeperst in ’t heden.
Maar als hij met zijn malsche prooi terneerligt,
Slaat hem de hitte, en op zijn kale kop
Buigen de laatste halmen onder ’t weerlicht.

Mieke en Simon Vestdijk met Harry Mulisch en Hugo Claus
De Duitse dichter, schrijver en vertaler Jan Wagner werd geboren op 18 oktober 1971 in Hamburg. Zie ook alle tags voor Jan Wagner op dit blog.
Heers
Niet te onderschatten: heers
met verlangen al in de naam – vandaar
de bloesems, die zo zwevend wit zijn, kuis
als een tirannendroom.
Keert altijd terug als een oude schuld,
zendt zijn geheime boodschappen
door de duisternis onder het gazon, onder het veld,
tot ergens een nieuw wit nest
van verzet opschiet. Achter de garage,
bij het knarsende grind, de kers: heers
als schuim, als bruis, dat geruisloos
gebeurt, omhoog naar de gevel kruipt, totdat heers
bijna overal ontspruit, door de hele tuin heers
over heers schuift, verslindt met niets anders dan heers.
Vertaald door Frans Roumen

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e oktober ook mijn blog van 17 oktober 2018 en ook mijn blog van 17 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 17 oktober 2015 deel 2.