Yvonne Keuls, Rafael Alberti

De Nederlandse schrijfster Yvonne Keuls werd geboren op 17 december 1931 in Batavia, toen nog een onderdeel van Nederlands-Indië. Zie ook alle tags voor Yvonne Keuls op dit blog. Yvonne Keuls overleed op 16 november jongstleden op 93-jarige leeftijd..

Uit: Koningin van de nacht

“Toen Daan klein was, dacht hij dat er binnen in zijn hoofd plaatjes zaten, die hij in zijn droom verzamelde. Als hij zijn ogen sloot, kon hij naar binnen kijken en navertellen wat
hij zag. Dat noemden de mensen fantaseren.
‘Daan is een kleine fantast,’ zei Isabel, die voor hem en zijn vijf jaar oudere zusje Roos zorgde, en ze lachte erbij, dus vond ze het leuk. Later, toen hij al op school zat en ‘groot’
was, begreep hij dat hij die plaatjes in zijn hoofd zelf maakte. Van alle gebeurtenissen in zijn leven hield hij zo’n plaatje over. ‘Gebeurtenis’ was ook niet zomaar een woord, het
betekende: er gebeurt iets wat belangrijk genoeg is om in een nis te bewaren. Want niets mag vergeten worden. Wat gezien wordt of gevoeld, heeft betekenis en kan het leven
een andere wending geven. En als je doodging, zei Isabel, zag je die plaatjes nog één keer langskomen, dan wist je wat je op de wereld gedaan had. Er was natuurlijk niet één wereld. Er waren er twee. In de ene gebeurde er van alles met Daan en kon hij alleen maar verwonderd toekijken, en in de andere kon hij fantaseren, kon hij zélf alles laten gebeuren.
Als hij dat wilde, kon hij zelfs zijn moeder laten bestaan in álle dingen. Dan was ze overal in huis. In haar boeken, haar muziekboeken, die ze met rond appeltjeshandschrift in de
kantlijn van aantekeningen had voorzien. In de foto’s, waarin ze de tijd doorliep. In haar toneelkijker, die ze meenam naar de opera. In haar verzameling vingerhoedjes, die hij op
al zijn vingers zette, waarna hij net zolang op het tafelblad trommelde tot Isabel riep: ‘Daan, schei ermee uit en leg ze terug!’ En in de slaapkamerspiegel, waarin hij ieder ogenblik haar beeld verwachtte. In al die kleine dingen, de parfumkaartjes tussen haar zakdoeken, de gedroogde rozen, de poederdons met de onvergelijkelijke geur, maar vooral in haar klerenkast, die zo groot was dat hij erin kon lopen, haar luchtje opsnuivend – alweer die geur. Hij bevoelde de glanzende stof van haar jurken, die zij droeg wanneer ze een concert gaf. Ze waren versierd met borduursel en glitters, en terwijl hij zich er een weg doorheen baande, was het alsof zijzelf langs zijn gezicht gleed. Zie je wel, ze bestond! Omdat híj het wilde!”

 

Yvonne Keuls (17 december 1931 – 16 november 2025)

 

De Spaanse dichter en schrijver Rafael Alberti werd geboren op 16 december 1902 in El Puerto de Santa María (Cádiz). Zie ook alle tags voor Rafael Alberti op dit blog.

 

De duif

De duif vergiste zich op een dag.
Ze vergiste zich, keer op keer.

Ze ging naar het Zuiden in plaats
van het Noorden.
Ze verwarde koren met water.
Ze vergiste zich, keer op keer.

Ze dacht dat de zee de lucht was,
en de nacht, de ochtend.
Ze vergiste zich, telkens weer.

(ze dacht) dat de sterren
dauwdruppels waren
en warmte, vorst
Ze vergiste zich, keer op keer.

(ze dacht) dat je rok je blouse was,
en je hart haar huis.
Ze vergiste zich, telkens weer.

(Ze viel in slaap aan de oever;
Jij daarboven op een tak.)

 

Vertaald door Petra Pustjens

 

Rafael Alberti (16 december 1902 – 27 oktober 1999)


 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e december ook mijn blog van 17 december 2018 en eveneens mijn blog van 17 december 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Adriaan van Dis, Rafael Alberti

De Nederlandse schrijver en televisiemaker Adriaan van Dis werd op 16 december 1946 geboren in het Noord-Hollandse Bergen aan Zee. Zie ook alle tags voor Adriaan van Dis op dit blog.

Uit: Indische duinen

“De meisjes wilden de kust zien. Ze hoorden opgewonden stemmen op de gang en een luidspreker galmde over alle dekken: Nederland in zicht. De stoomfluit loeide, voetstappen bonkten op de trap, meeuwen krijsten. De meisjes klommen uit hun kooi en schoven de hutkoffer voor de patrijspoort. De kleinste mocht eerst, haar twee zusters tilden haar op. Ze drukte haar neus tegen het glas en zei: ‘Alleen maar golven.’ De ruit besloeg.
In de hoek van de hut, naast de deur, waste de moeder zich boven het fonteintje, het water spatte op de plankenvloer, ze nam haar handdoek van de haak en keek in de
spiegel. Ze zuchtte, elke morgen stond ze bekaf op en het was een troost dat het dampende water ook de spiegel besloeg, zodat ze onder het afdrogen niet de diepe lijnen in haar gezicht hoefde te zien. Het was benauwd in de hut, ze liep naar de patrijspoort en draaide de vleugelmoeren los. Een zilte koude lucht stroomde de kamer binnen, de meisjes rilden en trokken een trui over hun pyjama aan. Een meeuw vloog langs, vadsiger dan het soort dat hun schip gewoonlijk volgde; dit moest een landmeeuw zijn.
‘Nu ik,’ zei het middelste meisje, ze duwde haar moeder opzij en stak haar hoofd door de patrijspoort. Ze trok een vies gezicht. Geen land te bekennen.
‘Je moet naar omlaag kijken,’ zei de oudste, ‘Nederland ligt onder de zeespiegel.’ Ze ging wijdbeens op de koffer staan, duwde haar billen naar achter en maakte een verrekijker van haar handen. Iemand klopte op de deur. Een kale man kwam binnen, hij was al aangekleed en hield een korte militaire jas in zijn hand. De kleinste rende op hem toe en sprong in zijn armen. Ze klemde haar benen om zijn middel en liet zich met uitgestoken armen achterover vallen: ‘Justin, Justin,’ riep ze, ‘ik heb de Hollandse zee gezien!’ Hij legde het kind voorzichtig op bed en knuffelde haar bruine buik. ‘Dat is de Noordzee,’ zei hij, ‘nog een paar uur en we zijn in Amsterdam.’ Hij kuste de moeder en bukte zich naar het middelste meisje. Ze dook opzij. ‘Ada,’ zei de moeder, ‘zeg dag als Justin je groet.’
‘Dag,’ snauwde Ada. Ze liep naar het fonteintje en begon haar tanden te poetsen. De kale man haalde lachend zijn schouders op en liep naar het raam: ‘Kom Jana, je vat kou’, hij sloeg zijn arm om haar heupen en drukte haar tegen zich aan, ‘je kijkt de verkeerde kant op, de kust ligt aan stuurboord.’ De moeder zag in het tegenlicht hoe mager Jana’s benen door haar pyjamabroek schenen.”

 

Adriaan van Dis (Bergen aan Zee, 16 december 1946)

 

De Spaanse dichter en schrijver Rafael Alberti werd geboren op 16 december 1902 in El Puerto de Santa María (Cádiz). Zie ook alle tags voor Rafael Alberti op dit blog.

 

De engel der vrekkigheid

Mensen op de straathoeken
van steden en landen die op geen kaait staan
bespraken het:
– Die man is gestorven
En hij weet het niet.
Hij wil de banken bestormen,
wolken, sterren, gouden kometen stelen,
het allermoeilijkste kopen:
de hemel.

En die man is gestorven.
Onderaardse schokken schudden zijn slapen.
dolzinnige echo’s,
verwarde klank van schoppen en houwelen
treffen zijn oren;
en zijn ogen
acyteleenlampen,
klamme, goudglanzende gaanderijen,
en zijn hart
explosies van stenen, gejuich, dynamiet.
Hij droomt van mijnen.

 

Vertaald door G. J. Geers

 

Rafael Alberti (16 december 1902 – 27 oktober 1999)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e december ook mijn blog van 16 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.