Daniël Dee, Hans Magnus Enzensberger

De Nederlandse dichter Daniël Dee werd geboren op 12 november 1975 in Empangeni, Zuid-Afrika. Zie ook alle tags voor Daniël Dee op dit blog.

 

Niet al te menselijk s.v.p.

ik heb last van deze al te menselijke vorm
en de eisen die eraan wordt gesteld
slechts oppervlakkige schijnvertoningen
waar geen sterveling aan kan voldoen

ik verlang terug naar het beestachtige bestaan
van hiervoor als een zwijn wroeten in de aarde
naar de geurigste truffels woelen als een welp
die droomt tussen de voorpoten van zijn moeder

rollebollen ravotten vogelen dollen dartelen
met de zon als onze getuige niet de zorgen

want heb je ooit gezien hoe slakken paren?
dat wil ik! en niet deze werkelijkheid

waar haat wordt gepredikt
door te beweren dat hij liefde is

 

Plofijt

Mijn meedogenloze liefste, ik schenk jou een zestigtal illegale
container-Chinezen.
Honderdtwintig vaardige, illegale container-Chinezenarmen voor
mijn meedogenloze liefste.
Illegale container-Chinezen die rap als palingen in een emmer
glibberen uit hun veilige haven.
Tevreden en contente container-Chinezen.

Denk aan de mogelijkheden mijn meedogenloze liefste wat je
allemaal
kunt doen met een zestigtal illegale container-Chinezen gevist uit
de haven.

Laat ze zingen zestig illegale container-Chinezenkelen vertolken
want jij staat niet alleen.
Iedeleen is van de weleld.
Leer ze dansen de Moulin Rouge can-can honderdtwintig container-
Chinezenbenen in de lucht.

Stuur een troepje illegale container-Chinezen naar de supermarkt,
ontneemt je weer dat ongemak en het risico van gewapende
overvallers.

Plaats de zestig illegale container-Chinezen in je keuken
zo groot zijn ze niet, mijn meedogenloze liefste,

een beetje krap wellicht maar je hebt er geen omkijken naar of houd
je niet van Chinees?

 

Daniël Dee (Empangeni, 12 november 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook alle tags voor Hans Magnus Enzensberger op dit blog.

 

Het verhaal van de wolken

Ter bestrijding van stress, kommer, jaloezie en depressie
verdient het aanbeveling naar de wolken te kijken.
Met hun roodgouden avondranden
overtreffen ze Patinir en Tiepolo.
De vluchtigste aller meesterwerken,
moeilijker te tellen dan een rendierkudde,
belanden in geen museum.
Wolkenarcheologie – een wetenschap
voor de engelen. Ja, zonder de wolken
zou alles wat leeft, sterven. Uitvinders zijn het:
zonder hen geen vuur, geen elektrisch licht.
Ja, het verdient aanbeveling om bij vermoeidheid,
woede en vertwijfeling de ogen
ten hemel te wenden.

 

Vertaald door René Smeets

 

Hans Magnus Enzensberger (11 november 1929 – 24 november 2022)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e november ook mijn blog van 12 november 2018 en ook mijn blog van 12 november 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

Unbeliebtes Wunder (Wilhelm Busch), Hans Magnus Enzensberger

 

 

Sint Maartensavond door de Duits- Nederlandse schilder Eduard Geselschap, 1870

 

Unbeliebtes Wunder

In Tours, zu Bischof Martins Zeit,
Gab’s Krüppel viel und Bettelleut.
Darunter auch ein Ehepaar,
Was glücklich und zufrieden war.
Er, sonst gesund, war blind und stumm;
Sie sehend, aber lahm und krumm
An jedem Glied, bis auf die Zunge
Und eine unverletzte Lunge.

Das passte schön. Sie reitet ihn
Und, selbstverständlich, leitet ihn
Als ein geduldig Satteltier,
Sie obenauf, er unter ihr,
Ganz einfach mit geringer Müh,
Bloß durch die Worte Hott und Hü,
Bald so, bald so, vor allen Dingen
Dahin, wo grad die Leute gingen.

Fast jeder, der’s noch nicht gesehn,
Bleibt unwillkürlich stille stehn,
Ruft: „Lieber Gott, was ist denn das?“
Greift in den Sack, gibt ihnen was
Und denkt noch lange gern und heiter
An dieses Ross und diesen Reiter.

So hätten denn gewiss die zwei
Durch fortgesetzte Bettelei,
Vereint in solcherlei Gestalt,
Auch ferner ihren Unterhalt,
Ja, ein Vermögen sich erworben,
Wär’ Bischof Martin nicht gestorben.

Als dieser nun gestorben war,
Legt man ihn auf die Totenbahr
Und tät’ ihn unter Weheklagen
Fein langsam nach dem Dome tragen
Zu seiner wohlverdienten Ruh.
Und sieh, ein Wunder trug sich zu.

Da, wo der Zug vorüberkam,
Wer irgend blind, wer irgend lahm,
Der fühlte sich sogleich genesen,
Als ob er niemals krank gewesen.

Oh, wie erschrak die lahme Frau!
Von weitem schon sah sie’s genau,
Weil sie hoch oben, wie gewohnt,
Auf des Gemahles Rücken thront.
„Lauf“, rief sie, „laufe schnell von hinnen,
Damit wir noch beizeit entrinnen.“
Er läuft, er stößt an einen Stein,
Er fällt und bricht beinah ein Bein.

Die Prozession ist auch schon da.
Sie zieht vorbei. Der Blinde sah,
Die Lahme, ebenfalls kuriert,
Kann gehn, als wie mit Öl geschmiert,
Und beide sind wie neu geboren
Und kratzen sich verdutzt die Ohren.

Jetzt fragt es sich: Was aber nun?
Wer leben will, der muss was tun.
Denn wer kein Geld sein eigen nennt
Und hat zum Betteln kein Talent
Und hält zum Stehlen sich zu fein
Und mag auch nicht im Kloster sein,
Der ist fürwahr nicht zu beneiden.
Das überlegten sich die beiden.

Sie, sehr begabt, wird eine fesche
Gesuchte Plätterin der Wäsche.
Er, mehr beschränkt, nahm eine Axt
Und spaltet Klötze, dass es knackst,
Von morgens früh bis in die Nacht.
Das hat Sankt Martin gut gemacht.

 

Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Wiedensahl, de geboorteplaats van Wilhelm Busch. Op de donderdag in de week van Sint Maarten wordt in Wiedensahl elk jaar de Martinimarkt gehouden.

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook alle tags voor Hans Magnus Enzensberger op dit blog.

 

De voortreffelijke eigenschappen van mijn vrouw

De voortreffelijke eigenschappen van mijn vrouw zijn te talrijk
voor een velletje A4.
Zij is een veelcellige met spetterende haren,
die ’s nachts, wanneer zij slaapt, voortreffelijk gedijen.
Ik hou van elk ervan. Van zachte delen
is zij goed voorzien. Wanneer haar neusgaten
lichtjes beven, weet ik dat zij denkt.
Hoe vaak zij denkt, en hoe onwillekeurig zij leeft!
Ik weet dat zij haar tong kan krullen,
dat zij voetjes kan geven. Wanneer zij lacht of boos is,
vormt zich aan haar mond een nieuwe plooi,
die mij bevalt. Niet helemaal wit is zij,
zij heeft verscheidene kleuren. Ook haar ademtochten
zijn talrijk, om nog maar te zwijgen van de zielen in haar borst.
Het verwondert mij dat zij meestal hier is,
waar ik toevallig ben.

 

Vertaald door René Smeets

 

Hans Magnus Enzensberger (11 november 1929 – 24 november 2022)

 

Zie voor nog meer gedichten bij Sint Maarten ook alle tags voor Sint Maarten op dit blog.

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e november ook mijn blog van 11 november 2018 deel 1 en ook deel 2. en eveneens deel 3.

Jan van Nijlen, Hans Magnus Enzensberger

De Vlaamse dichter en schrijver Jan van Nijlen werd geboren op 10 november 1884 in Antwerpen. Zie ook alle tags voor Jan van Nijlen op dit blog.

 

Dans

Het meisje danst in wit gewaad… en vaag
schemert dë avond in haar oogen vonken
die hel, gelijk ten hemel sterren, lonken.
Wel wetend dat ze mooi is wijl ze traag

heur hoofd omdraait naar iets dat heeft geklonken,
iets teeders, heel zacht als een minnevraag
richt zij haar armen strak-gestrekt omlaag
van lust en kuische zinnelijkheid dronken.

En wijl ze danst versteent ze plots tot marmer,
want zij die zich als vrouw zoo heerlijk dacht,
voelt zich aan blanke rijke schoonheid armer,

daar ze’ uit het witte schuim der groene baren
verrijzen ziet in ’t ijle van den nacht
de mooie Aphrodite goud van haren..

 

Liefdesprookje

Mijn droom heeft zich gezelfmoord in den nacht
bij ’t fluistrend bidden van uw mededogen
O vrouw! en naar de rijke, lang-verbeiden logen
die eens zou spreken uit uw zonnig oogen
heel lang gewacht.

Ik heb gestaard verlangens-onbewust
in ’t oog waar nooit een ander kon in staren
geen nacht kon grijnzen of geen morgen klaren.
– En ‘k heb in ’t duister uw goud-blonde haren
heel zacht gekust.

Gij hebt mij aangekeken zoo bedrukt
met om uw oog die rood-geweende randen
als smeekend om geluk in beter landen.
– En ‘k heb in ’t duister uw koud-witte handen
heel zacht gedrukt.

Gij hebt gesproken van een zaligheid,
iets als een vaag en onbestemd verlangen
naar satersliedren of naar englenzangen…
– En ‘k heb in ’t duister uw koorts-heete wangen
heel zacht gevleid.

 

Venezia

II

Het Water

Wanneer de zon, o witte en roode stad!
in ’t fonklend paarlemoer schijnt der kanalen,
waar elk paleis door ’t lichte spel der stralen
een schaduw van zijn eigen beeld omvat,

dan kan alleen het blauwe water malen
wat niet een kon: uw allergrootste schat
waar, eeuwen lang, de hoogste om bad
in kleur verbeelden of in klank vertalen.

En daar niets roert die schoonheid, gloed noch storm
schijnt het den dichter die onmachtig is
om ’t beeld te gieten in zoo puur een vorm,

of ’t water zelf de stad in verzen zet
daar in dien spiegel kleur een rytmus is
en elke klank een rytmenzwaar sonnet.

 

Jan van Nijlen (10 november 1884 – 14 augustus 1965)

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook alle tags voor Hans Magnus Enzensberger op dit blog.

 

Herinnering aan het indringende ogenblik

De morgen van de rouw, die in je kleren kruipt als het spit;
de dag waarop je jezelf voor eeuwig belachelijk hebt gemaakt;
de avond waarop je op de grond ligt en het bloed uitje neus vloeit;
het uur waarin je ontdekt dat je je veertien jaar, negen maanden
en twee weken lang hebt vergist;
de minuut waarop je eigen dochter je aankijkt als een vreemde;
het ogenblik waarop je meent de punt van het mes in je rug te voelen;
het moment waarop je de afscheidsbrief op de keukentafel vindt;
het tiende deel van een seconde waarin de lawine onder je voeten begint te schuiven;
en daarvoor en daarna de onvoorstelbaar talrijke ogenblikken van zorgeloosheid.

 

Vertaald door René Smeets

 

Hans Magnus Enzensberger (11 november 1929 – 24 november 2022)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e november ook mijn blog van 10 november 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Elizabeth Day

De Engelse schrijfster, journaliste en presentatrice Elizabeth Day werd geboren op 10 november 1978 in Epsom, even buiten Londen. Zij groeide echter op in Noord-Ierland nadat haar vader algemeen chirurg was geworden in het Altnagelvin Hospital in Derry. Day raakte geïnteresseerd in schrijven toen ze zeven jaar oud was en werd op twaalfjarige leeftijd jeugdcolumniste voor de Derry Journal. Ze bezocht het Methodist College Belfast en Malvern St James in Worcestershire, voordat ze cum laude afstudeerde in geschiedenis aan Queens’ College, Cambridge. Na haar afstuderen was Day aanvankelijk van plan een master in de journalistiek te halen, maar kreeg in plaats daarvan een baan aangeboden bij de Evening Standard voor de rubriek ‘Londoner’s Diary’. Day bleef een jaar bij de Standard voordat ze als nieuwsverslaggever bij The Sunday Telegraph aan de slag ging. Tijdens haar werk voor de Telegraph won Day de Young Journalist of the Year Award bij de British Press Awards van 2004. Na haar vertrek bij de Telegraph schreef Day artikelen voor Elle en The Mail on Sunday. Van 2007 tot 2016 was Day een columnist voor The Observer. In 2018 begon Day haar eigen podcastserie, How to Fail with Elizabeth Day, waarin ze gasten interviewt die bespreken wat ze van hun mislukkingen hebben geleerd. Day’s eerste roman, “Scissors Paper Stone”, werd gepubliceerd in 2012 en won de Betty Trask Award voor debuutromans van schrijvers onder de 35 jaar. In 2012 verscheen ook Days tweede roman “Home Fires”, in 2015 gevolgd door “Paradise City” en “The Party” in 2017. In 2019 verscheen het vijfde boek van Day, en haar eerste non-fictiewerk: “How to Fail: Everything I’ve Ever Learned from Things Going Wrong”, een boek dat aansloot op haar podcast. Een soortgelijk boek “Failosophy: A Handbook for When Things Go Wrong verscheen in 2020. Het zevende boek van Day, Magpie, dat het thema onvruchtbaarheid behandelt, werd in september 2021 uitgebracht. Het was Days vijfde roman en haar eerste fictiewerk sinds de publicatie van The Party in 2017. In 2020 werd Day aangekondigd als co-presentatrice van Sky Arts Book Club Live, samen met Andi Oliver. De eerste serie van zes afleveringen werd dat jaar uitgezonden. Vanaf 2021 presenteert Day “Open Book”, het boekenprogramma van Radio Four, Day is medeoprichter van de culturele organisatie Pin Drop Studio, die regelmatig literaire salons organiseert in Londen en andere grote steden, en die ook de jaarlijkse Pin Drop Short Story Award uitreikt in samenwerking met de Royal Academy of Arts. In 2025 verscheen haar zesde roman “One of Us”.

Uit: Een van ons (Vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman)

“Het is niet zo dat ik mijn therapeut haat. Dat nou ook weer niet. Als ik eerlijk ben (wat bij mij niet vanzelf gaat) roept ze zulke sterke gevoelens niet op. ‘Ik vind haar dodelijk saai’ komt meer in de buurt. Een gezellig dikkerdje van een vrouw: rond gezicht, rond lichaam en de wangen van een hamster die zich heeft volgevreten aan bijzonder voedzame zaden. Ik dacht altijd dat therapeuten afstandelijk en emotieloos hoorden te zijn. Maar mevrouw Buster (`Zeg maar Joanne, hoor,’ dringt ze telkens aan, ‘als je “mevrouw” zegt voel ik me zo oud!’) is het tegenovergestelde. Ze lacht veel, dan deinen haar borsten mee. Haar ogen worden vochtig als ik iets zeg wat ze ontroerend vindt. Wat ontroerend, Martin: zegt ze dan, voor het geval ik niet heb opgemerkt hoe ontroerd ze is. Elke week als ze opendoet begroet ze me met een enthousiasme waar ik niet goed op weet te reageren. Niemand is ooit zo blij geweest om me te zien, zelfs mijn eigen moeder niet. Vooral mijn moeder niet. Als je hier nieuw bent, weet je natuurlijk niet wie mijn moeder was. Ik doe godsgruwelijk mijn best om haar te vergeten. Mijn moeder, wijlen Sylvia Gilmour, keurde elke onbeheerste uiting van vreugde af. Ze heeft me at vroeg bijgebracht dat het leven iets was wat je moest verdragen, met cynisme moest trotseren. Als je genoot van je slentergang door dit aardse tranendal, had je een te hoge dunk van jezelf. Dat mijn vader overleed voordat ik werd geboren — op een avond in december gleed hij uit, klapte met zijn hoofd op de bevroren straat en kreeg een fatale hersenbloeding — voerde ze aan als bewijs dat ze daar gelijk in had. Ze zei herhaaldelijk tegen me hoe hinderlijk het was om zo in de steek te worden gelaten, en hoeveel ze zich had moeten ontzeggen om mijn eten, kleren en schoolgeld te betalen. Het leven was geen lolletje voor Sylvia. Het leven was iets waar je je doorheen moest zien te slaan. Joanne Buster daarentegen heeft een naïef-optimistische kijk op de wereld. Ze draagt vrolijke truien en rokken met patroontjes en heeft in elk jaargetijde een voorliefde voor espadrilles met sleehakken — met van die enkellinten die de rode huid van haar enkels insnoeren.”

 

Elizabeth Day (Epsom, 10 november 1978)

Lloyd Haft, Anne Sexton

De Nederlandstalige dichter, vertaler en sinoloog Lloyd Lewis Haft werd geboren in Sheboygan, Wisconsin, op 9 november 1946. Zie ook alle tags voor Lloyd Haft op dit blog.

 

Balsem in Gilead

The atoms of Democritus and Newton’s particles of light are sands upon the Red Sea shore where Israel’s tents do shine so bright.
Blake

Zijn vijftien jaren genoeg
om een den op een heuvel
toe te laten?

Toen de Wijzen van Weleer
om ceders vroegen of balsem
was ’t altoos te laat.

De vroege avondwind voert rook,
lichte regen aan, allemaal namen,
namen van gewezen bomen.

Dat waren nog eens oevers!
De korrels zand niet meer te onderscheiden
van regen, van doemende berichten.

En tenten! ‘Ach puilende Verblijven…’
– waar dennen nog niet waren, net als hier.
Terwijl de naam bestaat, al vijftien jaren.

Allemaal gewezen, op die wereld,
een man op een heuvel. Spettertjes te voelen
waar nergens nog een spikkel valt te vademen.

Of kennis zich vermeerdert
bij een enkeling, bij dalend daggedonder?
Ik weet het niet. Mijn bladeren bewegen,

mijn balsem, mijn Gileads gefladder,
gekomen – niet tot stand maar door geen doen,
geen lijden van nog dóór te laten loof.

 

Boerenbaby (Chengtu)

De witharige manvrouw
die je grootouder zal zijn
hééft al tanden.

Bij jou moet het allemaal
nog komen – het ademen, het huilen,
de kennis omtrent Coca-Cola, Sony,

en de Dictatuur van het Proletariaat.
Neem er gerust je leven voor. De tijd
gaat nergens heen:

de manvrouw van ontelbare jaren
(die bukkend voor de drempel
haar tanden staat te poetsen)

schraapt haar keel aan de ochtendzon,
spuugt op haar eigen schaduw.

 

Cézanne: pommes

Door de tijd lijkt de appel
rond, in het onvoltooide.
Scheppen is dus dulden: murwe dingen
murw laten blijken.

In soberheid, in onontsloten leegte
bestaat de vrucht, die nergens kan ontstaan.
Díe rondingen te dragen is een leven,
een schildering – God zegene, geen greep.

 

Lloyd Haft (Sheboygan, 9 november 1946)

 

De Engelse dichteres en schrijfster Anne Sexton werd geboren op 9 november 1928 in Newton, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Anne Sexton op dit blog.

 

Jezus krijgt de borst

Maria, je grote
witte appels maken me gelukkig.
Ik voel hoe je hart zijn machine
laat snorren en ik dommel als een vlieg.
Ik kuch als een vogel op zijn worm.
Ik ben een gombeertje en jij bent mijn vrouw.
Jij bent een rots en ik de franje van wier.
Jij bent de lelie en ik de bij die naar binnen gaat.
Ik sluit mijn ogen en verslind je als een vuur.
Ik groei. Ik groei. Ik word steeds vetter.
Ik ben een kind in een roeiboot en jij bent de zee,
het zout, elke vis van betekenis.

Nee. Nee.
Allemaal leugens.
Ik ben klein
en jij houdt me vast.
Jij geeft me melk
en wij zijn hetzelfde
en ik ben gelukkig.

Nee. Nee.
Allemaal leugens.
Ik ben een vrachtwagen. Ik bestuur alles.
Ik bezit jou.

 

Vertaald door Liesbeth Goedbloed

 

Anne Sexton (9 november 1928 – 4 oktober 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e november ook mijn blog van 9 november 2018 en ook mijn blog van 9 november 2014 deel 1 en eveneens deel 2.

Natalka Bilotserkivets, Anne Sexton

De Oekraïense dichteres en vertaalster Natalka Bilotserkivets werd geboren op 8 november 1954 in het dorp Kuyanivka in de buurt van Soemy. Zie ook alle tags voor Natalka Bilotserkivets op dit blog.

 

Prisoner

only a year is left just one year
until he can cross the shoe-scraped threshold
and beyond the dark walls covered in lice and fleas
he will see the world like snow
in diamonds and tears

a lofty dream hangs on lindens and oaks
who gave himself up waving a white flag
who like an obedient bird finishes his flight
through several thousands of years
or merely a few years

a great current will take the small stream
my soul will sigh for the prison walls
for the shared ration for the typhoidal mattress
for the restless sleep
torn apart by the bell

the last bell will rouse the first ring
only a step is left reminding us
only a year is left it’s time to come together
in diamonds and tears
waving white flags

 

CINEMA OF THE SAMURAI

When on a red screen
on the white pillows that are of dead faces
lie the hieroglyphs of brows and eyes
like butterflies embroidered in silk —
then I remember evening in the village
outside the city; floods of cherry blossoms;
beneath them, like cups filled with blood,
are beds of prize tulips.

An old man with glasses over eternally lacrimous eyes,
an old woman with sparse hairs on her still proud forehead,
and two children with the chattering of birds
and two adults with the flowing of fish —
all six
at a tea ceremony
over cups of blood stained flowers.

…Thus the tongue grows numb in the mouth
that doesn’t recognize the taste of the liquid;
thus the whisper fades, and the scream
switches off the cinema.
Thus the precious and light
Hand gathers
and a needle turns in the heart of the specimen
like a sword.

 

Vertaald door Natalka Bilotserkivets

 

Natalka Bilotserkivets (Kuyanivka, 8 november 1954)

 

De Engelse dichteres en schrijfster Anne Sexton werd geboren op 9 november 1928 in Newton, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Anne Sexton op dit blog.

 

Toen het glas van mijn lichaam brak

O moeder van seks,
dame van de verbijsterende omarming,
waar komen die handen vandaan?
Een man, een Moby Dick van een man,
een zwemmer die op en neer gaat in zijn brein,
met de tederheid van wijn in zijn vingertoppen,
waar komen die handen vandaan?
Ik ben geboren als baby van glas en niemand pakte me op
behalve om het stof van me af te spoelen.
Hij heeft me opgepakt en tot leven gelikt.

Handen
die over me heen groeien als klimop,
handen die uit me groeien als haar,
maar die veranderen in vuurgras,
die een iris planten in mijn mond,
draaiend en blauw,
de tepels veranderen in vleugels,
de lippen in dagen die niet wilden baren,
dagen die ons niet wilden vasthouden in hun huis,
dagen die ons niet in hun geheime schoot wilden hullen,
maar toch handen, handen die uit schilderijen groeien,
handen die uit muren kruipen,
handen die vergetelheid opwekken,
als wind,
een vreemde wind
ergens uit de tropen
die storm maakt tussen mijn blinde benen,
die mij het kindermasker van mijn gezicht laat afnemen,
terwijl alle speelgoeddorpjes vallen
en ik zacht verzink
in het hartland.

 

Vertaald door Annemarie Slootweg

 

Ann Sexton (9 november 1928 – 4 oktober 1974)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e november ook mijn blog van 8 november 2018 en eveneens mijn blog van 8 november 2015 deel 2.

Willy Vlautin, Alice Notley

De Amerikaanse schrijver, muzikant en songwriter Willy Vlautin werd geboren op 7 november 1967 in Reno, Nevada. Zie ook alle tags voor Willy Vlautin op dit blog.

Uit: Het paard (Vertaald door Dirk-Jan Arensman)

“De uit planken en latten opgetrokken hut van één kamer die het kantoortje van de goudkeurmeester was, ratelde van de wind, en het vuur in de kachel was uit. Vanuit een
tweepersoonsbed keek Al Ward, zevenenzestig jaar, broodmager, met grijs haar en blauwe ogen, door het raam naar de vallende sneeuw. Hij trok de dekens en de slaap-
zak over zijn hoofd en probeerde weer in slaap te vallen, maar de slaap wilde niet komen. In het donker stelde hij zich dezelfde vraag die hij zich elke ochtend stelde. Als
hij nu in Reno was, zat te ontbijten in het Cal Neva, zou hij dan koffie, wentelteefjes en bacon bestellen, zoals een normaal mens, of een Hornitos met ijs? Dezelfde vraag, en
altijd hetzelfde antwoord: tequila met ijs, met een biertje ernaast.
Hij sloeg de dekens terug en keek naar de lege houtmand. Het was ijskoud in de hut, omdat hij een houtkachel met een barst erin had die te snel verbrandde en hij niet genoeg hout had gehaald. Maar zo ging dat ’s ochtends. Tequila in plaats van ontbijt, en Al die naar een lege houtmand staarde en zichzelf vervloekte totdat zijn blaas de dag aan hem opdrong.
De dagen op het vervallen mijnbouwperceel verliepen altijd hetzelfde. Hij ging brandhout halen, dronk koffie en ontbeet, werkte aan een liedje, deed een dutje, dronk nog wat koffie en vervolgens ging hij de wandeling maken die hij elke middag maakte. Avondeten als het ging schemeren, wat tegen die tijd om vier uur ’s middags was, en daarna speelde hij gitaar tot hij moe werd. Vervolgens kroop hij weer in bed en las hij bij het licht van een gaslamp tien jaar oude nummers van National Geographic en Sports
Illustrated en probeerde hij met een klein radiootje op batterijen zenders te ontvangen.
Een dag en een nacht.
Op de wekker naast zijn bed stond zes uur drieëndertig. Waarom kon hij niet doorslapen tot het middaguur, zoals hij het grootste deel van zijn leven gedaan had? Als hij dat
wel kon, zou tegen de tijd dat hij zijn ogen opendeed de helft van zijn werkdag erop zitten. Maar op zijn oude dag sliep hij slecht. Hij sliep met horten en stoten en werd vroeg wakker, uitgeput maar wakker. Iedereen zei dat hoe ouder je werd, des te makkelijker het werd om op te staan, maar dat is in zijn leven niet het geval geweest. Het was elke ochtend al een gevecht om zijn voeten op de grond te krijgen.
In wollen sokken en lang ondergoed trok hij een joggingbroek, tennisschoenen en een canvas jas aan, en hij liep met een plastic melkflessenkrat naar buiten. Sneeuw en wind waaiden op hem in en hij liep vier keer heen en weer naar de schuur om de houtmand te vullen.”

 

Willy Vlautin (Reno, 7 november 1967)

 

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona. Zie ook alle tags voor Allice Notley op dit blog.

 

De bloemlezing

Geen enkele stemtoon is voldoende voor de gelegenheid
Flits, dat is alles, dat we hier zijn. Ben je ooit
sarcastisch en onsympathiek? Mentaal zijn we de
worp van één epische gedachte: Jullie. Hoeveel
van jullie razen door me heen, terwijl ik in de metro
rijd, jullie leid, omdat ik moet en niet aangrijpend moet zijn
o wie heeft er nog iets aangrijpends geschreven sinds…

Een oude vrouw van onbepaalde afkomst, met een witte hoed
en sjaal, zonder tanden die naar me terug staarde.
Hij klonk gisteravond broos en superieur, doen de
doden dat; oma had een overvloed aan stemtonen
vergeleken met iedereen in deze bloemlezing. Onze

bloemlezing, zegt hij, mentaal zijn is verschrikkelijk
ingewikkeld. Hoe houd je je gedichten bij? Ieder-
een herinnert zich wat hij of zij leuk vindt, maar je moet ze constant
uitgeven… Iedereen is op me gericht, overstem het
en denk aan een icoon met een smaragdgroene keel.

Ik zie het huis in het steegje ’s nachts donker. Ik probeer
weer puur te zijn, maar ik wil alle tonen.
Als je dood bent, kun je ze hebben…  dik
marine donker van de hekachtige oleanders en een maan
die naar witte borden roept. Kom binnen. Ga liggen in
je eigen bed, in de kamer waar mama een schorpioen vond.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)
 Portret door door Sophie Herxheimer, 2015
 

 

Zie voor meer schrijvers van de 7e november ook mijn blog van 7 november 2020 en eveneens mijn blog van 7 november 2018 en ook mijn blog van 7 november 2017 en ook mijn blog van 7 november 2015 deel 2.

Johann Scheerer, Alice Notley

De Duitse schrijver, muzikant en muziekproducent Johann Scheerer werd geboren op 6 november 1982 in Henstedt-Ulzburg. Zie ook alle tags voor Johann Scheerer op dit blog.

Uit: Play

“Prolog
»Sag mal, könntest du Elliott nachher vom Schwimmen ab-holen?« »Ich bin gerade unterwegs auf dem Fahrrad, kann ich dich gleich zurückrufen? « »Es geht nur kurz darum, ob du Elliott nachher abholst.« »Ja, muss ich eben checken. Ich rufe gleich zurück. Ich bin auf dem Fahrrad und erwarte gleich noch einen anderen An-ruf. Ich muss mich beeilen. Ich will den Anruf eigentlich nicht so gern auf dem Fahrrad machen.« »Kannst du einfach kurz Ja oder Nein sagen ?« »Ich bin, sagte ich doch gerade, auf dem Fahrrad. Ich muss eben halten und in meinen Kalender gucken.« »Ach so, bist du eh davon ausgegangen, dass ich Elliott ab-hole, oder was? « »Nein, ich hatte mir darüber noch keine Gedanken gemacht.« »Ja, das muss man sich auch erst mal leisten können.« »Wie oft habe ich Elliott irgendwo vergessen? Richtig: kein einziges Mal! Ich mache mir Gedanken, wenn ich denke, dass es richtig ist, beziehungsweise wenn ich die Zeit dafür habe.« »Das ist einfach nur egozentrisch. Hast du mal daran gedacht, dass ich auch planen muss ?« »Wie gesagt: Lass mich eben in den Kalender gucken. Aber ich bin gerade auf dem Fahrrad. « »Immer muss ich mich nach deinem Kalender richten. Es ist echt zum Kotzen.« »Du musst dich nach gare nichts richten, ich muss nur eben
aufpassen, dass ich nicht von irgendeinem Auto überfahren werde, während ich auf mein Handy gucke.« »Ich bitte dich einfach nur, mir eine Antwort zu geben, über die du dir schon vor Ewigkeiten hättest Gedanken machen können, damit ich auch mein Leben planen kann.« »Ich gebe dir die Antwort gleich! Sobald ich hier rangefahren bin. Quasi: jetzt. Warte mal eben. Ich ruf dich gleich zu-rück. Bei mir klopft es gerade an. Ich hab ’n kurzes Geschäfts-telefonat wegen der Produktion, die ich angefangen habe. Ich muss da eben die Rahmenbedingungen klären. Das ist der Anwalt oder der Manager von dem Künstler. Ich kann den nicht warten lassen.« »Alles klar. Hauptsache, du setzt deine Prioritäten … «
»Hallo.« »Guten Morgen. Spreche ich mit David?« »Ja. Ich bin am Apparat.« »Guten Morgen, David. Ist das Wetter bei euch in Berlin auch so schön wie hier in Los Angeles ?« »Nein. Eigentlich nicht. Aber man sagt hier, dass es kein schlechtes Wetter gibt. Sondern nur schlechte Kleidung. Schön, dass wir einmal sprechen. Ian hatte es schon vor einiger Zeit angekündigt.« »Schön. Ich kann es kaum erwarten, mehr über dich und deine Arbeit zu erfahren. Aber bevor du anfängst, würde ich mich gern vorstellen. Mein Name ist Will Greenfield, und ich arbeite seit dreißig Jahren mit einer Band, deren Name dir vermutlich etwas sagt: The Sonic Audio Lightning Trio oder kurz: S. A. L. T. Ich gehe davon aus, dass du sie kennst? Oder warst du in den letzten zwanzig Jahren auf keinem Stadion-konzert?« Der Mann lacht laut. »Ja, klar. Ich kenn die natürlich.« »Eben. Weißt du, David, ich wollte nur kurz mit dir sprechen, um dir zu sagen … sag mal, wieso ist denn das so laut bei dir im Hintergrund? Stehst du an einer German Autobahn ?«

 

Johann Scheerer (Henstedt-Ulzburg, 6 november 1982)

 

De Amerikaanse dichteres Alice Notley werd geboren op 8 november 1945 in Bisbee, Arizona. Zie ook alle tags voor Allice Notley op dit blog.

 

Wereldse Gelukzaligheid

De mannen & vrouwen zongen & speelden
ze slapen zingend, wat
zal ik zeggen van de meest
aangrijpende op aarde, de meest glamoureuze
eenzaamste gezochte mensen
die dichters, volkomen mooi
desolaat en verguld, de dood is een
krachtige instinctieve emotie—
maar wie zou er bevrijd worden van
een zilveren skelet? edelstenen
en drinkbekers—Deze
schedel is Helena—die niet
bevrijd zou worden van het
Boek der Kennis? Waarom
zou een meisje op de heide liggen
zeven nachten en een dag? En
hij is een meisje, dat is & zij
op het gras de bloem de tak
waar ze liggen en sleutelbloemen eten
gek geworden van verdriet & al
de schoonheden van vroeger—oh, elke dichter is een
mooi mensenmeisje dat moet sterven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alice Notley (Bisbee, 8 november 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e november ook mijn blog van 6 november 2018 en eveneens mijn blog van 6 november 2017 en ook mijn blog van 6 november 2016 deel 2.

Bert Wagendorp, C. K. Williams

De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.

Uit: Ferrara

“De afstand tussen Joost, David, André en mij was variabel, maar onze band was onverbrekelijk. De vriendschap stond in ons brein geëtst. Soms was er maandenlang geen contact, tot een van ons vieren de trekkracht van het elastiek voelde en ons bij elkaar riep – we pasten er wel voor op onze bijeenkomsten reünies te noemen.
David sprak ik regelmatig, telefonisch of bij hem thuis, steeds vaker in aanwezigheid van mijn dochter Anna. Hij woonde in een appartement in de Lange Hofstraat, boven De Vriendschap, zijn café-restaurant. David was de geboren gastheer. Hij luisterde met een gewillig oor en met groot geduld naar de verhalen van zijn clientèle. ‘De mensen houden nu eenmaal van een beetje nöhlen,’ zei hij. ‘Ze kunnen het leven aan zolang er iemand is tegen wie ze een beetje kunnen zeuren en klagen en die ze intussen ook nog een nieuwe pils inschenkt of een bord warm eten voorzet. Het is allemaal tamelijk eenvoudig.’
Sinds een jaar werkte zijn neef George in de zaak, een Surinamer die zich met zijn 2,10 meter als een zachtmoedige reus over de gasten ontfermde. ‘Misschien wordt het tijd het café aan George over te doen,’ zei David op een middag toen hij, Anna en ik zaten te lunchen. ‘Ik heb wat kleine problemen met mijn gezondheid en dan helpt het niet als je elke avond tot één uur bier staat te tappen.’
‘Wat voor problemen?’ vroeg Anna.
‘Niks bijzonders. Hoge bloeddruk en zo. Vermoeidheid.’
‘Je moet afvallen,’ zei Anna.
Joost had geprobeerd zijn wetenschappelijke carrière nieuw leven in te blazen. Maar de fraude waarop hij was betrapt en die volgens hemzelf eigenlijk geen naam mocht hebben, bleef hem achtervolgen. Hij was een paria geworden die door voormalige collega’s werd gemeden. Eerst had hij zich aangemeld bij een sprekersbureau om lezingen te geven, populairwetenschappelijke betogen over de nieuwste ontwikkelingen in de fysica, maar hij ontving alleen uitnodigingen om te komen vertellen over zijn eigen ondergang en daar was hij na drie keer mee opgehouden. ‘Ik ga mezelf niet anderhalf uur lang staan geselen in ruil voor vijfhonderd euro en een fles bocht.’
Vervolgens was hij in Leiden een winkeltje begonnen in Italiaanse culinaire producten (salami’s, wijnen, olijfolie, truffels). Bij de opening draaide hij een mooie omzet, vooral doordat David, André en ik fors inkochten, maar daarna ging het snel bergafwaarts. ‘Het is heel moeilijk je leven een nieuwe richting te geven als je grote passie je uit handen is geslagen,’ zei Joost, ‘want eigenlijk interesseert de rest me geen moer. Dat geleuter over de rode wijnen van de Piëmonte hing me na een week al de keel uit. En dat merken de klanten, die beginnen over de zwarte truffels van Umbrië en zien iemand achter de kassa die het veel liever heeft over zwarte gaten. Dan wordt het tijd voor iets anders.’

 

Bert Wagendorp (Groenlo, 5 november 1956)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

DE GROND

1.
 
Kijk mij, ik ren, kijk mij, ik dans, ik ben lucht;
het gebouw waar ik in woonde is neergehaald en ik spring,
ik huppel op twee benen over de blokken, stenen,
stukken beton en pleister en ander onnoembare troep . . .
 
Of noembaar, echt, als je goed naar de ravage kijkt . . .
Hier bijvoorbeeld, dit stuk T-balk is de Bijbel,
en deze homp mortel? Plato, de mortel van de geest,
ook in stukken, in stukken in mij, in elk geval, in mijn geest . . .
 
Aristoteles en Nietzsche, Freud en Camus en Buber,
en Christus, zelfs, dat jaar dat ik ‘Paradise Lost’ las
en toen dacht, Hel, waarom ook niet? Ook dat kapot . . .
Kierkegaard, Hegel en Kant en Goffman en Marx,
 
allemaal opgestapeld op de grond, en ik ben er zovaak doorheen gegaan
dat het nu in m’n kop zit, dat ik kan hollen, dansen, lucht zijn,
niet denken aan dat braaksel intellectuele troep bij elkaar gesloft
toen ik voor ’t eerst op mijn nauwelijks ingelopen laarzen stommelde door
 
de heiligdommen van Boeddisme, Taoisme, Zen en zelfs de Areopagiet,
wiens tekst ik volledig uittypte – waarom in godsnaam?
Kon me niet schelen, ik bleef mijn kop tegen de balken stoten,
Einstein, de Gnostici, Kabbala, Sint zus en Sint zo . . .

 

Vertaald door Rob Schouten

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2018 en ook mijn blog van 5 november 2017 deel 2.

Judith Herzberg, C. K. Williams

De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog.

 

Nee er is geen tweede leven

Nee er is geen tweede leven nee mijnheer
ik weet het, wij moeten redelijk zijn.
Maar ik begrijp de wens van pharao’s
alles wat nu is te omarmen desnoods
in steen omarmen (de schaduw
in de plooien van de kussens die
nadat de levenden zijn opgestaan
in vorm van leven bleven liggen)
ja, zou dit ook in stenen doos
dit zonnige vertrek, dit sterk
gemerkte uur – voorbij de laatste dag
mee willen slepen.

 

Blauwe anemonen

Boeket met dertig blauwe anemonen.
Eén is een paar keer in zijn steel geknakt,
bij elke knak heeft hij een andere draai genomen.
Zo is die bloem de enige die recht naar buiten kijkt.
Denk niet meteen: dit is de dichter. Die weet nog niet
met welke van de dertig hij het meeste één is.
Weet nog niet eens dat hij straks
blauwe anemonen krijgt.

 

Dat Engels geen au heeft

Nog eerder beweer ik
hocus pocus
dan een taal te leren
zogenaamd.
Van niets weet ik
iets dan precies.
Als ik nies
is het in het nederlands.
Of als ik dit zwijgend
overhandig.

Zoals de zomer vraagt
en de winter antwoordt
ook omgekeerd –
je stapelt geen rozen
op rozen.

Nu is de langste dag alweer voorbij
en nog geen koele lichtgroene
winderige met ongemaaid gras
waarin je op een dijk kan liggen
naar mekaar te kijken gehad.

 

Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

VUIL

Gezichtspoeder, buskruit, anthrax-talkpoeder,
schilfertjes ijzer, as van crematoria, schijfjes
verpulverend poëziepapier – dat alles in mijn kluis,
en vuil, tanks, tempels, tempels vol met vuil.
 
Zaag-, zijde-, kalkvuil en kaf,
het vuil van het schuim van een stier, zijn kop zwaaiend
omdat-ie droomt dat de dood
aan komt kwijlen: vuil zelfs van de gepoetste,
 
schoongeschraapte Aegeïsche kust,
massa’s die erover kwamen stromen, schreeuwend
tegen wie die dag, die eeuw of voor altijd
de vijand was, waardig om vuil voor te zijn.
 
Tenslotte, zwevend vuil van de oogst, eventjes
als dat half-plotse rukje in de vlucht
van de havik, als de hoekjes van licht
door de bladeren van de bruinwordende essen.
 
Dierlijk vuil, mineraal, mentaal, allemaal verzameld
niet in de doos van sexy Pandora, niet
in de ark waar het vuil van heiligen
die zouden willen stollen als modderspul, nog siddert –
 
Gewoon deze leren, verweerde, ouwe doos,
groot als een hart of brein, het roestig slot verbrijzeld,
hengsels huilend van vreugd dat ze weer mogen tillen . . .
gezichtsvuil, buskruit, vuil, dierbaar vuil.

 

Vertaald door Rob Schouten

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e november ook mijn blog van 4 november 2018.