Kay Ryan

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

NEEDLE

Not even a
needle is left
of the great
struggle to
transport the
gift intact.
Not a single
fragment of
prism. A
crystal vase
of perfect
proportion,
crushed to
dust, no part
escaped. This,
one regrets, is the
workable paste
of art.

 

RUBBING LAMPS

Things besides
Aladdin’s and
the golden cave
fish’s lamps
grant wishes.
In fact,
most lamps
aren’t lamp-
shaped and
happen by
accident: an
ordinary knob
goes lambent
as you twist
or a cloth turns
to silver mesh
against a dish—
something
so odd and
filled with promise
for a minute
that you spend
your only wish wishing
someone else
could see it.

 

WINTER FEAR

Is it just winter
or is this worse.
Is this the year
when outer damp
obscures a deeper curse
that spring can’t fix,
when gears that
turn the earth
won’t shift the view,
when clouds won’t lift
though all the skies
go blue.

 

Gerelateerde dingen

Wie, die alleen vleugels had gezien, kon de
dunne stokjes van dingen
die vogels als land gebruiken,
de achterwaartse manier waarop ze buigen,
de dwaze manier waarop ze staan, extrapoleren?
En wie, die alleen
vogelsporen in het zand bestudeerde,
kon denken dat die kleine vorken
op de wind waren neergedaald?
Zoveel gerelateerde dingen lijken vreemd.
Wie had ooit kunnen dromen
dat de breed gevleugelde raaf van wanhoop
de lucht zou verlaten en
met kreupele poten op de grond zou landen,
een gewone kraai?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e september ook mijn blog van 27 september 2020 en eveneens mijn blog van 27 september 2018 en eveneens mijn blog van 27 september 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Bart Chabot, T. S. Eliot

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

Uit: Mijn vaders hand

“Het kostte weinig voorstellingsvermogen mijn vader te zien zitten in zijn rolstoel, scheefgezakt, terwijl om hem heen het verval woedde en de aftakeling.
‘Hij heeft het vaak over je, heel vaak. Je hebt ook een zus, toch? Elke keer begint-ie over jou. “Ik heb een zoon, Bart…”
“Ja, dat weten we, meneer Chabot, dat heeft u ons verteld.”
“Ja, maar…”
“We weten er alles van, meneer Chabot, van uw zoon. We zijn op de hoogte. Maar we komen nu even bij u langs om u te wassen.”’
De lucht boven de daken oogde blauwer dan blauw; die kon zo de verkoop in.
‘Dan pakt hij zijn portemonnee, die arme man. Daarin bewaart hij twee krantenknipsels, beide over jou. Die vouwt-ie open en leest ze aan ons voor, al jaren. Dat is niet erg, hoor; terwijl hij voorleest gaan wij gewoon door met ons werk. Wij horen het niet meer.
Die knipsels heeft hij zo vaak tevoorschijn gehaald en uitgevouwen, en weer opgevouwen en teruggestopt in zijn portemonnee, dat ze haast uit elkaar vallen van ellende.’
Nicolette keek naar de helm in haar hand, en naar de brommer.
‘Ik begreep van je moeder dat jullie geen contact meer hebben. Kijk, ik weet niet wat er tussen jullie is voorgevallen; nogmaals, je zult er ongetwijfeld je redenen voor hebben, maar… Het is ronduit zielig zoals-ie erbij zit. Naar mijn inschatting heeft hij niet meer zo heel lang te gaan. Denk er nog eens over na. Je zult hem er zo’n plezier mee doen, door langs te komen. Het zou hem zo goed doen als hij je weer zou zien, daar heb je geen idee van. Dat wilde ik toch even aan je kwijt.’
Ik bedankte haar voor haar goede zorgen en zei nogmaals dat ik het zeer waardeerde wat ze voor mijn vader deed.
Nicolette deed haar leren jas dicht en hief haar helm.
‘Nou, het beste dan maar. We merken het wel. Leuk je te hebben gesproken.’
Ze startte en reed weg, de Laan van Meerdervoort in.
Misschien, overwoog ik terwijl ik doorliep, moest ik over wat er in het verleden was gebeurd heen stappen en hem opzoeken. Een vete kon tot aan het graf duren, maar hoefde niet tot in of voorbij het graf te worden uitgevochten. Bovendien bevond het verzorgingshuis zich bij mij om de hoek, op loopafstand. Die afstand kon het probleem niet zijn.”

 

Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

 

De Engels-Amerikaanse dichter en schrijver T. S. Eliot werd op 26 september 1888 geboren in St.Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor T. S. Eliot op dit blog.

 

Cape Ann

O vlug vlug vlug, vlug hoor de zangmus,
Moerasmus, vosmus, vespermus
Bij dageraad en donker. Volg de dans
Van de distelvink in de middag. Geef een kans
Aan de tuinfluiter, de schuchtere. Begroet
Met schril gefluit de stem van de kwartel, beducht
Wegwippend in het laurierbosje. Volg de loop
Van de loper, de waterspreeuw. Volg de vlucht
Van de dansende pijl, de purperzwaluw. Groet
In stilte de nachtraaf. Louter verrukkingen. Zoet zoet zoet.
Maar sta ten slotte dit land af, sta het af
Aan zijn rechtmatige eigenaar, de stugge, de zeemeeuw.
En daarmee basta.

 

Vertaald door Bert Voeten

 

T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e september ook mijn blog van 26 september 2018 en ook mijn blog van 26 september 2017 en eveneens mijn blog van 26 september 2015 deel 2.

Niccolò Ammaniti, Kay Ryan

De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti werd geboren in Rome op 25 september 1966. Zie ook alle tags voor Niccolò Ammaniti op dit blog.

Uit: Ik en jij (Vertaald door Etta Maris)

“De avond van 18 februari 2000 ging ik vroeg naar bed en ik viel meteen in slaap, maar ik werd ’s nachts wakker en kon daarna niet meer slapen.
Om tien over zes lag ik met mijn dekbed tot aan mijn kin opgetrokken met open mond te ademen.
Het was stil in huis. Het enige wat je hoorde was de regen die tegen de luiken sloeg en de lucht die mijn luchtpijp in- en uitging.
Ik wachtte tot mijn moeder me zou komen wekken om me weg te brengen naar mijn afspraak met de anderen. Even later hoorde ik haar op de verdieping boven mij heen en weer lopen tussen de slaapkamer en de badkamer.
Ik stak de krekelvormige lamp op mijn nachtkastje aan. Het groene licht bescheen een stukje kamer waar de uitpuilende rugzak, het gore-tex ski-jack, de tas met skischoenen en de ski’s lagen.
Ik had dat jaar een groeispurt gehad alsof ik kunstmest te eten had gekregen, en opeens stak ik boven mijn leeftijdgenoten uit. Mijn moeder zei dat ik was opgerekt door twee trekpaarden.
Ik bracht veel tijd door voor de spiegel om mijn witte huid vol sproeten en de blonde haren op mijn benen te inspecteren. Op mijn hoofd groeide een ebbenhouten bos haar waar mijn oren uitstaken. Mijn gelaatstrekken waren veranderd door de puberteit en tussen mijn groene ogen prijkte een indrukwekkende neus.
Ik stond op en stak mijn hand in het grote voorvak van de rugzak die naast de deur lag. ‘Het zakmes is er De zaklamp ook. Alles is er’ mompelde ik.
De voetstappen van mijn moeder in de gang. Ze droeg waarschijnlijk haar donkerblauwe schoenen met hoge hakken.
Ik dook terug in bed, knipte het licht uit en deed alsof ik sliep.
‘Lorenzo, wakker worden. Het is al laat’ Ik tilde mijn hoofd op van het kussen en wreef mijn ogen uit.
Mijn moeder haalde het rolluik op. ‘Wat een afschuwelijke dag. Hopelijk is het in Cortina beter’
Het sombere licht van de dageraad tekende haar silhouet smal af. Ze had de rok en het grijze colbertje aangetrokken die ze altijd droeg wanneer ze belangrijke dingen te doen had. Het zwarte truitje. De parelketting. En de donkerblauwe schoenen met hoge hakken.
‘Goedemorgen.’ Ik gaapte, alsof ik net wakker werd.
Ze ging op de rand van mijn bed zitten. ‘Lieverd, heb je lekker geslapen?’
‘Ja.’
‘Ik ga je ontbijt klaarmaken. Ga jij intussen douchen.”

 

Niccolò Ammaniti (Rome, 25 september 1966)

 

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

Het licht van interieurs

Het licht van interieurs
is de het mengsel
van wie weet hoeveel
deuren op een kier, ramen
met terloops gesloten gordijnen,
niet geblindeerd of geopend,
oculi in plafonds,
putten, poorten, schachten,
losse verbindingen, lekken
en andere gaten
in het oppervlak. Maar hoe
dan ook, eenmaal binnen,
stuitert het licht
richting het interieur,
glanzend van glazig
emaille en poetsmiddelen,
verzacht door slijtage
en veelvuldige aanraking, gedempt
in tapijt en handdoeken ,
door gangen geslingerd,
evenzeer verward
door de spreiding en orde
van liefde en mislukking
tot een ideale en nu
bronloze textuur die,
gemengd met stilte
een eenvoudige
tafel met bloemen
tot een eiland maakt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 25e september ook mijn blog van 25 september 2021 en ook mijn blog van 25 september 2019 en ook mijn blog van 25 september 2018 en eveneens mijn blog van 25 september 2016 deel 2.

Joke van Leeuwen, Kay Ryan

De Nederlandse dichteres, schrijfster, illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

 

Er kwamen woorden op bezoek…

Er kwamen woorden op bezoek
Ze bleven zitten in mijn rotan stoelen.
Ze zaten te bedoelen met rood hoofd.
Gij, waarin ik zo anders had geloofd
was zonder goddelijke jas
en stukken kleiner. Verfijnd
vroeg ieverans zich af hoe ergens
ergens anders was. Seffens
hield zich niet strak aan straks,
bleef sloom op beide billen hangen.
Maar goesting,
uit zijn stoel gerezen,
breed, met handen, bood zich aan
als nieuwste woord om zelf te lezen.

 

Vier manieren om op iemand te wachten

1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen
strijken rimpels in het tafellaken glad
rond een gerecht dat moeilijk en te veel
voor twee en niet als op het plaatje is,
maar ruikt, het ruikt de ramen uit, het
doet zijn best niet in te zakken, zoals
een ingehouden buik niet bol te zijn –
ook andersom is vergelijken.


2 Lopend. Bijvoorbeeld naar de ramen
en terug en toch weer naar de ramen,
omdat geluid zich buigt naar wat je
horen wilt, maar het niet is. Er danst
een stoet voorbij, verklede mensen die
iets onverstaanbaars juichen, van elkaar
goed weten hoe ze heten en te kijken
dansen dat je kijken moet.


3 Staand. Bij een ingang, uitgang waar je zei
dat, maar er zijn er drie, je weet niet meer
of die of deze. Van blijven staan komt
niemand tegen, maar met bewegen
wordt haast bereikt wat net verdween.
Zeker nog niet gezegd wie blijft en wie
beweegt en wie dan wie wanneer
en van hoe ver weer ziet.

 

Corona-poëzie

“Als die venijnige
ijzerenheinige
virusjes die je niet ziet
als die rond-hoppende
in de war schoppende
piepkleine stukjes verdriet
weg zullen kwijnen
en daarna verdwijnen
dat nergens nog eén overschiet
dan zal ik je kussen
maar ja, ondertussen
doe ik dat maar niet.”

 

Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)

 

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

Niets gewaagd

Niets bestaat als een blok
en kan niet worden opgedeeld.
Dus als er niets gewaagd wordt,
is het niet alleen gepraat;
het is het grote waagstuk..
Vraag je je niet af
hoe mensen denken
dat de oevers van ruimte
en tijd er niet toe doen?
Hoe ze
de grote tanks leegzuigen tot
een restant van slijm en salamanders
en daarvoor bedankt willen worden?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e september ook mijn blog van 24 september 2020 en eveneens mijn blog van 24 september 2019 en ook mijn blog van 24 september 2017 deel 2.

Inge Boulonois, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

Plezierdichter

Bij hem denk ik geheid: het hoort erbij.
Pas door de drank ontspruit het dichtplezier
dus hijst hij liters wijn of dito bier
en droomt van dertig flessen op een rij.

Zo’n dichter tuurt graag zielsdiep in het glas
en wou dat hij drie kasteleintjes was.

 

Malapropismen

‘Rontonde’, ‘ijskimo’, ‘begaande grond’
‘Lamptaarn’, ‘trots als een paus’, ‘kakafonie’
‘Luidbundig’, ’broterham’, ‘triologie’
‘Versnelding’, ‘strookbreed’ en ‘prins bernhardhond’

Dit zijn verhaspelingen, allemaal
Ze klinken echter heel ‘fundamentaal’

 

Eufemistisch

Vermoorden wordt aldus elimineren
Een inbraak leukweg ongewenst bezoek
En gvd staat voor die ene vloek
Ontslaan heet koeltjes reorganiseren

En sst… het snelsonnet is ook besmet:
Dat is gewoon een niet gelukt sonnet

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

De ongenoden

Ze kwamen ongenood in ons leven.
Even was er licht, een fladderen van vleugels,
een dans, een stem, en toen gingen ze
weer uit, als een licht, ons niet zozeer
in het donker achterlatend, maar op een andere plek
en alleen als nooit tevoren.

Dus we zijn veranderd
en onze visie is niet meer wat die was,
en onze verwachtingen zijn niet meer wat ze waren;
dus is ook een deel van ons met hen meegegaan,
een koude droom zonder arglist weggenomen
,

het gewicht van een andere wereld kwam er ook bij,
en we hebben niet gevraagd, we hebben nooit gevraagd
om hen die glimlachend
en met bloemen voor de open deur stonden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Herfst (M. Vasalis), Jaap Harten, Dannie Abse

 


Herfstbos door Albert Bierstadt, 1886

 

Herfst

Toornige vreugde doet mij rechtop gaan
dwars door de herfstige plantsoenen
waar in het nat verwilderd gras
rillend naast de zwarte plas
een troep verregende kalkoenen
verworpen, onheilspellend staat.

De wind schuift in de glazen wolken
lichtende wakken hemel open
en wervelt glinsterende kolken
omhoog uit gele bladerhopen.
Als gevallen englen hokken
door geen zon meer te verzoenen
in een somber dreigend mokken
daar mijn broeders de kalkoenen.

M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)
Den Haag, de geboorteplaats van M. Vasalis, in de herfst

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.

 

Het jaargetij ging

Het jaargetij ging
van de ene hand in de andere
en wij gingen mee;
de zomerwei werd op slot gedaan
en een harmonika van bruin, geel of
rood hing plotseling aan alle takken,
hij speelde een liedje van kou.

Wij zaten nog
met ons hoofd in de zomer,
met onze spieren in het groen:
vuil en jong leefden wij op de akkers
en transpireerden als een drummer
die niet luisteren wil naar rede,
een nerveuze bosgod in zijn eigen rijk.

Wij bereden paarden met sterke nek
en klommen in het oor van de ruimte
die ons dan weer terugwierp op aarde.
Om de tijd mee te temmen hadden wij
handen vol oerdrift en geluk,
om de dag te verkennen leefden wij
tussen de stallen van het platteland,

waar wij vochten, tot het uiterste
gespannen, bloed tegen bloed,
een vete van boerenjongens,
ridders te vuur en te vuist.
En altijd hadden wij honger naar lucht:
een elastische god die ons tot
op het bot bezielde met staalblauw.

 

Hoe gaat de nacht voorbij

Hoe gaat de nacht voorbij,
met een ossenspan en gloeiende
sporen van demonen?
Wij hebben geen masker nodig
voor de liefde.

Wat bergt de nacht in haar schede,
messen voor de moordenaar,
blaffende honden, het harde
lichaam van de dood?
Ik adem je huid van liefde.

Wat denkt de zilversmid
van de sterren, dat hij beter
werk levert in de nacht dan jij
en ik? Wij spannen onze spieren
en adem voor de wilde liefde.

 

Jaap Harten (22 september 1930 – 2 december 2017)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Een oude verplichting

Lang geleden sneuvelden mijn verwanten in de strijd,
voedden zwarte vliegen op al hun bleke maskers.

Ik had toen een plicht. Ik had toch zeker een plicht?
Ik was er voor hen en zij  waren er voor mij.

Nu, terwijl ik me herinner waarom, wat, wie,
denk ik de gedachte die zo leeg is als steen.

Terwijl ik vanavond reis, concentreer ik me op de achterkant
van helderheid, op die rode vlek die trilt.

Wat ben ik erachter vergeten? Het gaat
waar de rode vlek gaat, stijgend, dalend.

Ik beschrijf alleen een zonsondergang, een auto die rijdt
over een slingerende bergweg, dat is alles.

Ik kom te laat aan, nader de onverlichte duisternis.
Zij die buiten uitgangen en ingangen rondhangen,

zo verdrietig, zo geduldig, zelfs zij zijn vertrokken.
En ik ben geen geest en deze plek ligt in puin.

‘Zwart,’ roep ik zachtjes naar een dode maar geliefde,
‘Zwart, zwart,’ en verlang dat de nacht antwoordt, …
                                                                                ‘Zwart’.

 

 Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.

Xavier Roelens, Leonard Cohen

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

1937

BOMMEL KAN DAAR WEL tamelijk iets betamelijks op zeggen,
want zijn ouders zijn een maand voor de oorlog uitbraakte zijn ze
verhuisd. en hij sleurt nog één herinnering verzekerd van situering
in het eerste huis waar heel beleefdekes gedeurklingeld werd. zijn
moeder was er toen nog haastelings om de deur in open te happen,
zo wijdopen gekierd kwam hij vanachter haar rokgeplooite
gepiepeloerd om dat. aan de overzijde statigde een klein, zo’n heel
oud huizeken en geloken in dat godshuizeken wuifde zo’n heel oud
vrouwken. ze zwaaiden malkander af.
en ook zelfs heeft bommel een hond eens, lag hij een teef te
bestrelen als eerste in het nieuwwelgekomen huis. tegen dan
walmde de oorlog natuurlijkerwijze, in de zalmstraat nabij de
spoorwegbrug waar bommel niet op mocht juichespringen, of
anderszins onder spelevaren. zijn moeder was er toen nog
bezorgdzaam om het serviesgoed in koude kranten te overpak-ken
ter protectie tegen de brug op klateren. ietsepiets hoger opgehangen
in de luchten was men al zoekende de doelen met gebroken wit te
omkringelen en in het beginnende vensterklin-gelen, in het
toenemende oorsuizen stopte bommel grootoogs met zijn
tevelieveke te aaiemaren

 

1938

DE OORLOG ACH
de oorlog dat bij ons nogal wat
huizen plat en
buren dood ach dood gesmakt en dat ik sliep in bed of
wieg meer weet ik niet
de oorlog ach
de oorlog dat wij
de tuin van
nonkel kapitein onveilig maakten dat we
vader hoorden klagen dat hij vastzat op dit
slot en niet naar duitsland kon ach kon en wij zijn
prinsen waren en dat ik sliep in
bed of
wieg meer weet ik niet van
de oorlog ach
de oorlog die
een vrouw
een zangeres van
opera’s verongelukt ach door een
bom verongelukt al op
de weg naar maldegem zag liggen maar da’s al lang geleden ach
de oorlog ach

 

1939

WE DACHTEN DAT DE KATTEN aan het aftrekken waren. we
dachten dat tom tot de achterhoede behoorde toen hij aan onze deur
klopte en om een boterham vroeg. wij zaten in het hol achter aan de
tuin dat vader gegraven had. moeders snuit ging piepen. ze
luisterde naar het verhaal van zijn negen levens en vier kittens in
zijn thuisland en gaf hem een boterham met strontjes.

      we dachten dat de katten druipstaartend afgetrokken waren, maar
daar hoorden we de deur uit zijn hengsels gelicht worden. nog voor er
vijf siberische boskatten in onze tuin stonden, was vader al
weggetrippeld; vader kon zich niet meer op het juiste verleden
beroepen. ze hebben dan maar in ruil moeder die hoogzwanger­
was, gearrangeerd.

      we dachten dat katten zich richtten op waarlijk universele en
transcendentale doelen, bedachten niet dat zakendoen met de
geschiedenis veel misdaden vergoelijkt. moeder beviel van een zus
met een hoek af. gelukkig heeft ze maar zes maanden moeten leven.

 


Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Canadese dichter, folk singer-songwriter en schrijver Leonard Cohen werd geboren op 21 september 1934 te Montréal. Zie ook alle tags voor Leonard Cohen op dit blog.

 

Ik heb niet in Europese kloosters vertoefd

Ik heb niet in Europese kloosters vertoefd
en tussen het hoge gras graven ontdekt van ridders
die zo prachtig vielen als hun ballades vertellen;
ik heb het gras niet gespleten
of opzettelijk met stro bedekt gelaten.

Ik heb mijn adem niet ingehouden
om de ademhaling van God te horen
of mijn hartslag te temmen met een oefening,
of gehongerd naar visioenen.
Hoewel ik hem vaak heb gadegeslagen,
ben ik niet de reiger geworden,
die mijn lichaam aan de oever achterlaat,
en ik ben niet de lichtgevende forel geworden,
die mijn lichaam in de lucht laat.

Ik heb geen wonden en relikwieën aanbeden,
of ijzeren kammen,
of lichamen gewikkeld en verbrand in rollen.

Ik ben al tienduizend jaar niet ongelukkig geweest.
Overdag lach ik en ’s nachts slaap ik.
Mijn favoriete koks bereiden mijn maaltijden,
mijn lichaam reinigt en herstelt zichzelf,
en met al mijn werk gaat het goed.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Leonard Cohen (21 september 1934 – 7 november 2016)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018. Geplaatst op

Owen Sheers, Joseph O’Connor, Dannie Abse

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

Uit: Ik zag een man (Vertaald door Inge de Heer)

“De gebeurtenis die al hun levens veranderde vond plaats op een zaterdagmiddag in juni, vlak nadat Michael Turner -veronderstellend dat het huis van de Nelsons leeg was – via hun achterdeur naar binnen liep. Hoewel het vroeg in de maand was, lag Londen te blakeren in een hittegolf. Overal langs South Hill Drive stonden ramen open. De aan weerszijden geparkeerde auto’s voelden heet aan, de naden ervan tikten in de zon. Een ochtendbries was weggeëbd en had de platanen langs de straat roerloos achtergelaten. Ook de eiken en beuken op de omringende Hampstead Heath waren stil. De hittegolf was nog maar een week aan de gang, maar het langere gras buiten de schaduw van die bomen was al aan het vergelen. Michael had de achterdeur van de Nelsons op een kier aangetroffen. Met zijn onderarm steunend op de deurlijst had hij zich de opening in gebogen en zijn buren geroepen. ‘Josh? Samantha?’ Er kwam geen antwoord. Het huis absorbeerde zijn stem zonder een echo. Hij keek naar zijn oude bootschoenen, waarvan de zolen onder de pas besproeide aarde zaten. Hij had sinds lunchtijd in de tuin gewerkt en was rechtstreeks naar de Nelsons gegaan, zonder zich te wassen. Ook zijn blote knieën, die onder zijn korte broek uit kwamen, waren met aarde besmeurd. Michael haakte de hiel van zijn linkerschoen onder de neus van zijn rechterschoen en trok hem uit. Hij deed hetzelfde met de andere schoen en luisterde of hij in het huis tekenen van leven hoorde. Weer niets. Hij keek op zijn horloge: tien voor halfvier. Om vier uur had hij schermles aan de andere kant van de Heath. Het zou minstens een halfuur kosten om er naartoe te lopen. Hij maakte aanstalten om de deur verder open te duwen, maar toen hij het vuil op zijn handen zag gaf hij hem maar een zetje met zijn elleboog en liep naar binnen. In de keuken was het koel en donker en Michael moest even blijven staan om zijn ogen aan de duisternis te laten wennen. Achter hem glooide de tuin van zijn buren tussen een perenboom en een border met verschrompelde planten omlaag. Het dorre gazon liep taps toe naar een houten, met riet doorschoten hek.”

 


Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.

Uit: Stella Maris (Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema)

“Nachtenlang placht hij heen en weer te ijsberen over het schip, van boeg naar achtersteven, van avondgloed tot ochtendgloren, die latmagere mankpoot uit Connemara met zijn afhangende schouders en zijn asgrauwe kledij.
Het scheepsvolk, de wachten op de uitkijk, de mannen die rondhingen bij de stuurhut, keken dan even op van hun gesprekken of hun eenzame corvee en zagen hem door het nevelige duister scharrelen, omzichtig, steels, altijd alleen, met een linkervoet die sleepte alsof hij een anker meezeulde. Op zijn hoofd prijkte een verfomfaaide bolhoed, om zijn kin en hals zat een gerafelde sjaal geslagen, en zijn gescheurde huzarenmantel was zo onuitsprekelijk smerig dat de gedachte dat hij ooit schoon was geweest iedere verbeelding tartte.
Hij bewoog zich voort met bijna ceremoniële behoedzaamheid, een merkwaardig soort haveloze statigheid, als een koning uit een verhaal die zich incognito onder zijn onderdanen heeft begeven. Zijn armen waren bijzonder lang, zijn ogen scherp als naalden. Dikwijls leek hij verdwaasd of vervuld van sombere voorgevoelens, alsof zijn leven inmiddels het punt van opheldering voorbij was, althans een dergelijk punt nu zeer dicht was genaderd.
Zijn droevige gelaat werd ontsierd door littekens, die de smetten van een of andere kwaal, nog aanzienlijk verergerd door woeste krabaanvallen, doorkruisten. Ofschoon smal van postuur en gebouwd als een vedergewicht, leek hij een onbeschrijflijke last met zich mee te torsen. Dit was niet louter te wijten aan zijn mismaaktheid – een horrelvoet in een plompe houten klomp waarop een hoofdletter M was gestempeld of gebrand – het kwam ook door de houding van angstvallige verwachting die hem aankleefde, de voortdurende, bange waakzaamheid van het mishandelde kind.”

 


Joseph O’Connor (Dublin, 20 september 1963)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Een erfgoed

Een soort erfgoed
Een erfgoed van kameraadschap en verstikking.

De loeiende mijnsirene en de
explosieve inval van de god, voordat hij zich terugtrekt
op zijn troon van zwavel.

Nu duikt deze zwartgeklede god van fossielen
en begrafenissen,
verstener van ondergrondse bossen
en bloemen,
op met zijn grimmige gevolg
langs het skelet van een pony, langs menselijke schedels,
in zijn half overeind gehouden, lege koolstofkolonie.

Boven, aan de geteisterde,
losgewoelde kant van een Welshe berg,
moet het iemand van ergens anders zijn
die solo zal zingen

niet over de moerassen van de Valleien,
de mijnraderen die niet draaien,
het verlaten pomphuis;

noch over hoe, na een val van een halve mijl
regimenten mijnwerkerslampen
niet langer, als muggen,
stijgen, glijden en deinen.

Alleen iemand die niet toegewijd is,
iemand van elders,
panoramahoog op een kolenberg,
mag juichend
de terugkeer van de verbannen god
in zijn schaduwloze koninkrijk bejubelen.

Hij, dronken van methaan,
heft het dijbeen van een man op als een scepter;
zij, zijn verrukte koningin,
bewondert de met bloed bevlekte zwarte rozen
die niet konden gedijen op de vlakten van Enna.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.