Eugène Ionesco, William Cowper

De Frans-Roemeense schrijver Eugène Ionesco werd geboren op 26 november 1912 in Slatina, Roemenië. Zie ook alle tags voor Eugène Ionesco op dit blog.

Uit: De koning is stervende (Vertaald door Tom Kleijn)

“WACHTER (kondigt aan.)
Zijne Majesteit, Koning Bérenger de Eerste. Leve de Koning!
(De Koning komt op door de kleine deur links, hij loopt gekleed in een purperen mantel, kroon op het hoofd en scepter in de hand, tamelijk snel over het toneel en gaat af door de deur rechts achter.)
WACHTER (kondigt aan.)
Hare Majesteit, Koningin Marguerite, eerste echtgenote van de Koning, gevolgd door Juliette, werkster en verpleegster van Hunne Majesteiten.
Leve de Koningin!
(Marguerite, gevolgd door Juliette, komt op door de deur rechts voor en gaat af door de grote deur.)
WACHTER (kondigt aan.)
Hare Majesteit, Koningin Marie, tweede echtgenote van de Koning, eerste in zijn hart, gevolgd door Juliette, werkster en verpleegster van Hunne Majesteiten. Leve de Koningin!
(Koningin Marie, gevolgd door Juliette, komt op door de grote deur links en gaat met Juliette af door de deur rechts voor. Marie lijkt aantrekkelijker en koketter dan Marguerite. Ze draagt de kroon en een purperen mantel. Ze draagt bovendien juwelen. Door de deur links achter komt de Dokter op.)
WACHTER (kondigt aan.)
Zijne Prominentie, Meneer de Geneesheer van de Koning, chirurg, bacterioloog, beul en astroloog aan het Hof.
(De Dokter loopt tot het midden van het speelvlak, keert dan alsof hij iets vergeten is, op zijn schreden terug en gaat door dezelfde deur af. De Wachter zwijgt enige ogenblikken. Hij maakt een vermoeide indruk. Hij zet zijn hellebaard tegen de muur, blaast in zijn handen om ze te verwarmen.)
Toch hoort het rond deze tijd warm te zijn. Verwarming, ga aan! Niets aan te doen, het werkt niet. Verwarming, ga aan. De radiator blijft koud. Dat is niet mijn schuld. Hij heeft me niet gezegd dat hij me de volmacht over het vuur zou afnemen! Officieel tenminste niet. Maar met dat soort weet je het nooit.
(Abrupt pakt hij zijn wapen weer op. Koningin Marguerite verschijnt opnieuw door de deur links achter. Ze heeft een kroon op haar hoofd, draagt een niet al te schone purperen mantel. Ze ziet er tamelijk streng uit. Midden voor op het toneel blijft ze staan. Ze wordt gevolgd door Juliette.)
Leve de Koningin!
MARGUERITE (tegen Juliette, terwijl ze om zich heen kijkt.) Er ligt stof. En peuken op de grond.
JULIETTE
Ik was net in de stal om de koe te melken, Majesteit. Ze geeft bijna geen melk meer. Ik heb geen tijd gehad om de living schoon te maken.”

 

Eugène Ionesco (26 november 1912 – 28 maart 1994)
Scene uit een opvoering in het Théâtre de l’Épée de bois, Parijs, november 2025

 

De Engelse dichter William Cowper werd geboren op 26 november 1731 in Berkhamstead, Herford. Zie ook alle tags voor William Cowper op dit blog.

 

Soms groet een licht van vreugde

Soms groet een licht van vreugde
de christen als hij zingt:
de Heer is ‘t die met vleugels
van liefde hem omringt.
Loopt alles ons ook tegen,
Hij zal ons ‘t goede doen,
Hij geeft na donk’re regen
een mild en klaar seizoen.

Goddank, wij overdenken
‘t geheim van onze Heer,
het heil dat Hij wil schenken,
dat nieuw is altijd weer.
Bevrijd van onze zorgen,
begroeten wij de dag
en vrezen niet de morgen,
wat hij ook brengen mag.

Al zal geen wijnstok dragen,
geen vijgenboom zijn vrucht,
al ligt het veld te klagen
onder een lege lucht,
God doet zijn hand toch open,
zijn lof krijgt stem in mij.
Daar ik op Hem mag hopen,
ben ik alleen maar blij.

 

Vertaald door Jan Willem Schulte Nordholt

 

William Cowper (26 november 1731 – 25 april 1800)
William Cowper Memorial Window (detail), St. Nicholas Church, East Dereham, Engeland, afgebeeld met dieren als metgezellen

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e november ook mijn blog van 26 november 2024 en ook mijn blog van 26 november 2018 en eveneens mijn blog van 26 november 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Maarten ’t Hart, Abdelkader Benali, Nicole Brossard

De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Zie ook alle tags voor Maarten ’t Hart op dit blog.

Uit: De nachtstemmer

“In dichte mist zijn bij Winsum in 1980 twee Blauwe Engelen op elkaar gebotst. Negen doden, eenentwintig gewonden. Een van die doden was Lore. Sindsdien heb ik de Blauwe Engel zo veel mogelijk vermeden. Nu was er echter geen ontkomen aan. In Godlinze nam ik op maandag, nadat ik in de loop van de morgen mijn werkzaamheden had afgerond, de bus naar Loppersum. Daar stapte ik over op de Blauwe Engel naar Groningen. Vijf minuten had ik om over te stappen op de trein naar Amsterdam, maar moest daarvoor naar een ander perron. Ik haalde het maar net en kwam in een nieuwe Hondekop terecht. In Zwolle werd de Hondekop uit Leeuwarden eraan gekoppeld, en daarna raasden beide treinstellen de Veluwe over. In Amersfoort hoefde ik alleen het perron maar over te steken voor de sneltrein – uiteraard ook een Hondekop – naar Rotterdam.
Het komt niet vaak voor dat de firma Auerbach & Wüste mij er zo ver van huis voor zo’n grote klus op uit stuurt. Mij verbaast het ook dat ik deze opdracht heb aangenomen. Er valt immers genoeg te doen in Oost- Friesland. Waarbij komt dat het plezierig werken is in Noord-Duitsland. Steevast uiterst beleefde, vriendelijke mensen. Nette, kleine hotels. En altijd is het er goed van eten en drinken, de onvermijdelijke Bratwurst ten spijt. Wonderlijk dat de mensen in Oost-Friesland, hemelsbreed niet ver van Groningen verwijderd, zoveel aardiger en voorkomender zijn dan de Groningers. Want al luidt het rijmpje: ‘Uit de gouden korenaren, schiep God de Groningers, de Friezen en de Drentenaren, en uit het kaf en de andere resten, schiep hij de klootzakken uit het westen’, je kunt niet zeggen dat Groningers, Friezen en Drentenaren zulke prettige mensen zijn. Oost-Friezen, dat zijn prettige mensen. Rijzig zijn ze doorgaans en o, wat een mooie, platinablonde vrouwen! Met een van die vrouwen, afkomstig uit Norden, serveerster in mijn hotel, heb ik, toen ik daar ruim een maand verkeerde vanwege wat toen veruit de grootste klus was in mijn destijds nog prille loopbaan, ’s avonds na haar dienst over de verlaten straten geslenterd. Eenmaal weer thuis, in mijn huis in de Geuzenstraat te Heiligerlee, heb ik geprobeerd haar te vergeten, maar dat is niet gelukt, en ik ben de grens andermaal overgestoken en heb haar toen maar meteen stoutmoedig ten huwelijk gevraagd.”

 

Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en tv-presentator Abdelkader Benali werd geboren in Ighazzazen, Marokko, op 25 november 1975. Zie ook alle tags voor Abdelkader Benali op dit blog.

 

Nijmegen

Ik was niemand nog, de Waal was alles. Ontvangen
werd ik als een schrijver van de buitencategorie – wat
ik vertelde klonk hun bekend en ook vreemd in de oren.
Later kwam ik terug om een sprintje te trekken,

zonder het te beseffen penetreerde ik Duitsland,
onderdeel van het verzet, liet een geheim spoor
achter, zestig jaar na de oorlog deelde ik de laatste
tik uit. De heuvels die in november de kleur van

molshopen aannemen. En de regen barricadeert
de ramen en de deuren. Denkt en leest men
grondig over een wereld die ooit zal komen. Dat
Nina Simone hier rust en reinheid vond. Vanzelf-

sprekend. Men werkt er serieus aan een mystiek
lichaam dat zichzelf bezweet in slaap wiegt.

 

Meisje

Meisje, meisje, meisje kijk omhoog naar
het spiegelbeeld van de toekomst dat je
voorgeschoteld wordt, kijk, kijk toch
verder, want je blik breekt het ogenblik,

en ziet hoe alles waterig en schitterend is,
die poel van leven waarin oceanen worden
uitgegooid, in jouw naam, in jouw plaats,
is dit zoals jij het wilt? Meisje, meisje, meisje,

lief, droom maar lekker, droom maar lang
met open ogen, vol van morgen, wees niet bang.
Gelukzalig jij voor wie gisteren alleen maar gisteren
is, niet de dagen aaneengeregen vol met mist en regen

vol met kommer en wat kwel, vol met modder. Meisje,
meisje, ik kijk naar jou, wens je dromen, wens je vrouw.

 

Abdelkader Benali (Ighazzazen, 25 november 1975)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden zonder water

in het uur van de korte ochtendverlangens
een druppel water en het licht ervan
later om het stof tegen te gaan
zochten we naar een grassprietje, een struik
elk spoor
van een vloeibare tijd en bogen voor het uur
waarin de droom in ons dorstte

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e november ook mijn blog van 25 november 2021 en ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.

Marlon James, Paul Celan

De Jamaicaanse schrijver Marlon James werd geboren op 24 november 1970 in Kingston, Jamaica. Zie ook alle tags voor Marlon James op dit blog.

Uit: Moon Witch, Spider King

“One night I was in the dream jungle. It was not a dream, but a memory that jump up in my sleep to usurp it. And in the dream memory is a girl. See the girl. The girl who live in the old termite hill. Her brothers three, who live in a big hut, say that the hill look like the rotting heart of a giant turn upside down, but she don’t know what any of that mean. The girl, she is pressing her lips tight in the hill’s hollow belly, the walls a red mud and rough to the touch. No window unless you call a hole a window and, if so, then many windows, popping all over and making light cut across her body up, down, and crossway, making heat sneak in and stay, and making wind snake around the hollow. Termites long ago leave it, this hill. A place nobody would keep a dog, but look how this is where they keep her.
Two legs getting longer but still two sticks, head getting bigger but chest still as flat as earth, she may be right at the age before her body set loose, but nobody bother to count her years. Yet they mark it every summer, mark it with rage and grief. They, her brothers. That is how they mark her birth, oh. At that time of year they feel malcontent come as a cloud upon them, for which she is to blame. So, she is pressing her lips together because that is a firm thing, her lips as tight as the knuckles she squeezing. Resolve set in her face to match her mind. There. Decided. She is going to flee, crawl out of this hole and run and never stop running. And if toe fall off, she will run on heel, and if heel fall off, she will run on knee, and if knee fall off, she will crawl. Like a baby going back to her mother, maybe. Her dead mother who don’t live long enough to name her.
With the small light coming and going through the entry holes, she can count days. With the smell of cow shit, she can tell that one brother is tilling the ground to plant new crops, which can only mean that it is either Arb or Gidada, the ninth or tenth day of the Camsa moon. With one more look around, she see the large leaf on which they dump a slop of porridge last evening, one of only two times every quartermoon that they feed her. When they remember. Most of the time they just let her starve, and if they finally remember, late in the night, they say it’s too late anyway, let some spirit feed her in dreams.”

 

Marlon James (Kingston, 24 november 1970)

 

De Duits-Roemeense dichter Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Zie ook alle tags voor Paul Celan op dit blog.

 

Zwarte vlokken

Sneeuw is gevallen, zonder licht. Een maan
of twee, dat de herfst, onder een monnikspij,
een boodschap bracht, ook mij, een blad van Oekraïense hellingen:

“Denk eraan dat het wintert ook hier, voor de duizendste keer nu
in het land waar de breedste rivier stroomt:
Jakobs hemelse bloed, gezegend door bijlen…
O ijs van onaards rood – haar hetman waadt met zijn hele
gevolg de verduisterende zonnen in… Kind, ah, een doek,
om me erin te wikkelen, wanneer het glinstert van helmen,
wanneer de kluit, de roze, barst, wanneer sneeuwachtig stuift het gebeente
van je vader, onder de hoeven verbrijzelt
het lied van de ceder…
Een doek, slechts een smal doekje, dat ik bewaar
nu, dat je leert huilen, aan mijn zijde
de engte van de wereld die nooit groen wordt, mijn kind, voor jouw kind!”

Bloedde, moeder, de herfst mij weg, verbrandde de sneeuw me:
zocht ik mijn hart om te wenen, vond ik het vleugje, ah, van de zomer,
was het zoals jij.
Liet ik een traan. Weefde ik het doekje.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Paul Celan (23 november 1920 – 20 april 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e november ook mijn blog van 24 november 2023 en ook mijn blog van 24 november 2020 en ook mijn blog van 24 november 2018 deel 1 en ook deel 2.

König der Könige (Albert Knapp), Paul Celan, Gayl Jones

 

 

Christus Koning-beeld bij de ingang van de Sint-Bonifatiuskerk in Leeuwarden

 

König der Könige

König der Könige,
sei uns im Staube willkommen!
Nicht bei den Engeln erscheinest du,
nicht bei den Frommen;
Sünder sind´s nur,
wo du auf niedriger Spur
huldreich den Einzug genommen.

Heil uns, das Leben will arm
und in Sanftmut erscheinen;
Herrlichkeit will mit dem Elend
sich liebend vereinen.
Ehre sei dir!
Anders, Herr, würden ja wir
ewiglich nimmer die Deinen.

Seliger Anblick, wie mild
auf den irdischen Auen
läßt der Beherrscher der himmlischen
Heere sich schauen!
Seht, er empfiehlt
liebevoll Gruß und Gebet
aller, die kindlich ihm trauen.

Komm zu den Deinen, o Herr,
die dich innig begehren!
Feinde noch triffst du genug,
die das Herz uns beschweren;
aber dein Blick
scheucht sie allmächtig zurück.
Hilf uns, du König der Ehren.

Hebe dein Antlitz auf
deine versöhnte Gemeinde,
treibe hinweg die Verblendung,
vernichte die Feinde,
bis wir befreit,
ganz dir zum Dienste bereit,
unserm Erlöser und Freunde!

Pflanze die Palmen des Glaubens
im Grunde der Seelen,
wo mit den Blüten
sich reisende Früchte vermählen;
Frieden und Ruh,
siegende Hoffnung dazu
laß dem Gemüte nicht fehlen!

Komm, Hosianna!
So tönt dir´s von Orten zu Orten.
Komm, Hosianna!
Begrüß uns mit gnädigen Worten!
Dort nach dem Lauf
tu uns in Herrlichkeit auf,
Jesu, die himmlischen Pforten!

 

Albert Knapp (25 juli 1798 – 18 juni 1864)
De Aegidiuskerk in Tübingen, de geboorteplaats van Albert Knapp

 

De Duits-Roemeense dichter Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Zie ook alle tags voor Paul Celan op dit blog.

 

De helling

Naast mij leef jij, net als ik:
als een steen
in de ingevallen wang van de nacht.

O deze helling, geliefde,
waarlangs wij doorlopend rollen,
wij stenen,
van bedding naar bedding.
Keer op keer ronder.
Gelijkvormiger. Vreemder.

O dit dronken oog
dat hier rondwaart als wij
en ons bij vlagen
verwonderd als één ziet.

 

Vertaald door J.W. Niemeijer

 

Paul Celan (23 november 1920 – 20 april 1970)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Gayl Jones werd geboren op 23 november 1949 in Lexington, Kentucky. Zie ook alle tags voor Gayl Jones op dit blog.

Uit: The Unicorn Woman

“It was at a spring carnival in Central Kentucky, sometime after the Second World War, that I first saw her. Alone, but nevertheless in a holiday-making mood, I was strolling about eating a burger and drinking a coke when suddenly I spotted a large billboard advertising “The Unicorn Woman.”
Like most of you, I had seen crocodile women, bearded ladies, and assorted other freaks or, I should say oddities, but I’d never seen a unicorn woman, genuine or not. Thus, I was curious, especially since there was no photograph or drawing on the billboard to give a clue, not even the most ambiguous one, nor did the name Unicorn Woman provide an easy giveaway, like say, for instance, the Bearded Lady: stick a beard on any woman you see, and that’s what you have. Usually it was quite obviously fake.
Standing in front of the tent, I finished the burger, drank the Coke, and watched other men enter. Some entered straightaway, others waited nonchalantly at the edges of the crowd, still others glanced about furtively as if it mattered who saw them go in: Their preachers? Their wives? Their sweethearts? Any stranger? One man even looked thoughtful, as if he were meditating—contending only with himself about whether or not to enter. Most of the men wore ordinary workers’ or farmers’ clothes, but there was an occasional fancy young man or dandy. There were even a few obviously wealthy men who entered. After a while, I paid my dime and started to trot inside.
“Your change, buddy. It’s just a nickel.”
“Thanks.”

“You’ll be glad you went in. She’s lovely.”
I put the change in my pants pocket and entered.
Of course, I had expected to find either a woman in a cage or a unicorn in one, even though I’d read somewhere that the unicorn was a mythical beast, which had only existed in the collective imagination. a fabled creature. A creature of fables, of legend. It appeared only in art and literature, some ancient myth that had origins in India or China. and then had inspired the imaginations of people everywhere.”

 

Gayl Jones (Lexington, 23 november 1949)
In 1971

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e november ook mijn blog van 23 november 2018 en eveneens mijn blog van 23 november 2014 deel 2.

Dirk van Weelden, Christian Filips

De Nederlandse schrijver Dirk van Weelden werd geboren in Zeist op 22 november 1957. Zie ook alle tags voor Dirk van Weelden op dit blog.

Uit: Buiten de tijd

“Geen beter meetpunt voor de spectaculaire vooruitgang van de moderne techniek dan de schrijfmachine. Want iedereen weet: na de schrijfmachine kwam de computer. Op de een kon je, zij het behoorlijk moeizaam, schrijven; en niets anders. Voor de computer is schrijven kinderspel. Hij doet er van alles bij: bankbetalingen afhandelen, videospellen en films afspelen, een muziekbibliotheek en alle gezinsfoto’s opslaan en ordenen. Maar het echte mirakel is dat de computer via het internet onmiddellijke toegang geeft tot duizelingwekkende hoeveelheden informatie en miljarden mensen.
Daar steekt de Olympia sg1 uit 1959 waarop ik dit schrijf lachwekkend bij af. Ze weegt een kilo of tien en kan ondanks al dat staal en die honderden hefbomen en stangen niets anders dan letters en cijfers op een rijtje zetten. Ja, je kunt de regelafstand veranderen en tabulatorstops instellen, maar een typefout verbeteren is al onmogelijk. Het ding werkt op spierkracht. Hoe hebben mensen daar ooit aan kunnen werken, vraagt een digitale inboorling zich verbijsterd af. Technisch gezien is de vergelijking met over de autosnelweg in een Porsche naar Parijs, of dezelfde reis op de rug van een pakezel over een zandweg, niet overdreven. De schrijfmachine is sinds de tweede helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw een verschrikkelijk overbodig apparaat.
In 1988 verscheen er een boek waarvan de titel die triomfantelijke overwinning uitspreekt. The Mac is not a Typewriter, door Robin P. Williams. Het is een boek dat haarfijn uitlegt hoe je professioneel ogend drukwerk maakt met behulp van een tekstverwerkingsprogramma. Het gaat over het gebruik van leestekens, witregels, lettertypes, kolommen en voetnoten. In hetzelfde jaar, 1988, opende het Scryption zijn deuren. Het Tilburgse museum voor schrifttechnologie is onlangs hardvochtig wegbezuinigd, ondanks goede bezoekersaantallen en een Europese onderscheiding voor het erbij betrekken van de jeugd. Daar dus, drieëntwintig jaar geleden, hield Rudy Kousbroek een lezing ter gelegenheid van de feestelijke opening. Niet veel later stond die afgedrukt in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad.”

 

Dirk van Weelden (Zeist, 22 november 1957)

 

De Duitse dichter, schrijver, acteur en regisseur Christian Filips werd geboren op 22 november 1981 in Osthofen. Zie ook alle tags voor Christian Filips op dit blog.

 

Tien keer bel ik aan het tuinhek

en hoor het van boven rinkelen,
tien keer: Vader!
Vader? –
Staat hij achter het hek, achter het raam,
achter het gordijn, het vergeelde,
op zijn tenen? Kijkt naar buiten
en door mij heen, door niets anders dan zichzelf,
net zoals ik hem alleen door mezelf zie.
Vergeeld: Ik zie het gordijn
als een raam, een hek, een spiegel van de lucht.
(Fata) Sigaret links de rechterhand
pakt het gordijn, nu zwaait hij
– Hé papa van de Batschka! – veegt me
weg… Ja, heeft hij wel echt gezwaaid?
Het doek valt… Weg! Weg!
Misschien was hij dronken? Misschien
komt hij zo meteen naar beneden? Dreigend
Daarboven, verstrooien, verstrooid…
Nee, naar beneden kan hij van daarboven
niet komen zolang hij degene
van daarboven nog blijft. Veel te hoog
voor hem, voor mij, gezien vanaf hier
vanaf het raam, vanaf het hek gezien:
In elk geval! Vader maal tien.
Van hier beneden ben ik een vreemde misschien
voor hem als een dar die
(Gogols Streetview)
zijn schaamte gadeslaat.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christian Filips (Osthofen, 22 november 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e november ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.

Liam Rector, Christian Filips

De Amerikaanse dichter, essayist en docent Liam Rector werd geboren als Ronald Edward Rector op 21 november 1949 in Washington, D.C. Zie ook alle tags voor Liam Rector op dit blog.

 

Mental Mommy

Home from school at six years old, first grade,
And uncle there to tell me Mommy
Gone, Mommy not be coming back any
Time soon, Liam, Mommy had to go to
Mental hospital. Nervous breakdown.
Years later Mommy, when she gets out
Of mental, often says, “If you’re
A bad boy for me Liam you’re
Going to send me back, back
Into mental hospital, like you did
First time.” At 13
I find out Mom had been doing years
In a federal prison all that time,
For stealing, so no mental hospital for
Mommy. Breakdown ours alone.
I was on my one.

 

Hans Reading, Hans Smoking

My mother, poised around behavior,
would say You are sitting there
reading and smoking, Hans,
And this would describe for her,
to her utter Satisfaction,
what it is you are doing.
Knowing you I guess you are
stationed there In grief, reverie,
worry- your car broken Down,
the mechanic wanting money,
and you without, For the moment,
what it takes- and you thinking
Of love lost as you read that
impossible book Your father
last gave you….I see you smoking
And as an addict myself I know
this is something You are barely doing….
The habit smokes itself And you,
you are turning the page where
the woman From New Orleans,
like your woman, goes to Manhattan.
I suppose my mother, in her mania,
could never afford To think
there was anything hovering around,
anything Behind behavior.
Unable to sit, to go into that sorrow
Where what failed to happen
presses against what did,
She would get up, go out looking for
‘Something Different,’ do anything
to keep moving, behaving…
Going. But you, Hans, you are a sitter,
and I know You will not be getting up
until you have put this time Behind you.
And so your friends pass by waiting,
Wanting to know what you will come up
with when you rise From your stationary chair,
our Hans reading and smoking.

 

Liam Rector (21 november 1949 – 15 augustus 2007)

 

De Duitse dichter, schrijver, acteur en regisseur Christian Filips werd geboren op 22 november 1981 in Osthofen. Zie ook alle tags voor Christian Filips op dit blog.

 

Tijdstippen van de dag

Merkwaardig genoeg is alles weer
onopgemerkt voorbijgegaan:
de dag zonder zorgen,
’s morgens met het scheermesje
mijn tanden gepoetst.
De trillende nekharen
onmerkbaar verwijderd
zonder pincet.
De bewuste vingers.
Ze zijn getrimd.
De aandachtige knie
kwam onopgemerkt dichterbij:
De nacht zonder aandacht
daarna met het gordijn
de sporen uitgewist.
In bewuste uren:
Ze zijn weer verstreken
onopgemerkt verstreken
zonder iets noemenswaardigs.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christian Filips (Osthofen, 22 november 1981)

 

Zie voor de schrijvers van de 21e november ook mijn blog van 21 november 2020 en ook mijn blog van 21 november 2018 en ook mijn blog van 21 november 2015 deel 2.

Sheema Kalbasi, Christian Filips

De Iraanse dichteres, vertaalster en mensenrechten-advocate Sheema Kalbasi werd geboren op 20 november 1972 in Teheran. Zie ook alle tags voor Sheema Kalbasi op dit blog.

 

For Women of Afghanistan

As I walk in the streets of Kabul,
behind the painted windows,
there are broken hearts, broken women.
If they don’t have any male family to accompany them,
they die of hunger while begging for bread,
the once teachers, doctors, professors
are today nothing but walking hungry houses.
Not even tasting the moon,
they carry their bodies around, in the covered coffin veils.
They are the stones in the back of the line …
their voices not allowed to come out of their dried mouths.
Butterflies flying by, have no color in Afghani women’s eyes
for they can’t see nothing but blood shaded streets
from behind the colored windows,
and can’t smell no bakery’s bread
for their sons bodies exposing, cover any other smell,
and their ears can’t hear nothing
for they hear only their hungry bellies
crying their owners unheard voices
with each sound of shooting and terror.
Remedy for the bitter silenced Amnesty,
the bloodshed of Afghani woman’s life
on the-no-limitation-of-sentences-demanding help
as the voices break away not coming out but pressing hard
in the tragic endings of their lives.

“Woman, are you the brown March Violets?”
“I saw an angel in the Miramar
I carved and carved
until I freed her out”.
-Michele Angelo

My utopia brushed
an unusual current
turned into
autobiographical circulation of
devilish misplaced luck

as a woman today
I have
never had much fruit
much happiness

My parents’ ambition
not to see me sealing my body
to the sad painted windows

Men with unknown identity
without faces
decide for my very existence

My voice
a recorded statement
I am a hopping sparrow
………. Maybe tomorrow
behind the veil
the flesh
dies away
all the pain
the sorrow
of being a woman
in Afghanistan
in the year zero, zero, zero

I tried
I tried
to pour burning oil on the crying cells
on my body
Inside
only inside
the burning oil
were the poisoned houses of wishes!

A mushroom in the city-world-of universe
From trying to pass the dying
the head first and then dripping bread
comes

Shifting
from one age to another
Lively playing with death

I die-to-die and live to live
If I could only live
a noble life.

 

Sheema Kalbasi (Teheran, 20 november 1972)

 

De Duitse dichter, schrijver, acteur en regisseur Christian Filips werd geboren op 22 november 1981 in Osthofen. Zie ook alle tags voor Christian Filips op dit blog.

 

Een hete fusie met tijdloze waarden

Inderdaad, je begroting begint op leeftijd te komen.
Bejaarden wordt aangeraden hun eigen dood
af te betalen, hun huis op orde te brengen,
alles vroegtijdig na te laten, zich misschien zelfs
te laten verzorgen, voor het vergeten.
Deze methode is populair in oude streken
van Europa, zoals Zuid-Tirol of Vlaanderen.
Hier zie je geen tijdloze waarden verdwijnen.
Hier liggen ze nog steeds in staven, in bank-
kluizen, achter onschuldige bakstenen gebunkerd.
In Vlaanderen had ook ik een eenzame oudtante
die mij , op een van de laatste dagen van haar bewustzijn
(dementie), tot haar executeur-testamentair benoemde
en wilde dat ik van haar spaargeld
de komende tien jaar gedichten zou schrijven.
Zij zag in mij de ongeboren Servische zoon,
ik zag in haar de uitweg uit de familiesleur.
Maar nauwelijks had ik de rekeningen,
volmachten en alle benodigde subsidies in handen,
of een man uit het verre Hongkong,
die zichzelf haar neef noemde, schreef: “We need
more control about checks & balances!“
De e-mail was ondertekend met „Vice
Chairman of the Anglo Eastern Group
Hongkong“. Zoals u zich kunt voorstellen: waar as
ligt, zijn verre verwanten nooit ver weg.
Ik heb me tot de Belgische staat gekeerd,
die nu de volledige nalatenschap beheert.
Van alle vorderingen jegens
Bewindvoerder & Vrederechter werd afstand gedaan.
Sindsdien wordt hier ook geheel officieel
alle poëzie gratis geschreven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christian Filips (Osthofen, 22 november 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e november ook mijn blog van 20 november 2023 en ook mijn blog van 20 november 2020 en ook mijn blog van 20 november 2018 en eveneens mijn blog van 20 november 2017.

Scott Cairns

De Amerikaanse dichter, librettist en essayist Scott Cairns werd geboren op 19 november 1954 in Tacoma, Washington. Zie ook alle tags voor Scott Cairns op dit blog.

 

Our Lost Angels

Ages ago, clouds brought them near
and rain brought them to our lips;
they swam in every vase, every cupped palm.
We took them into ourselves
and were refreshed.
For those luckier generations, angels
were the sweet, quickening substance
in all light, all water, every morsel of food.
Until the day the sun changed some, as it had,
took them skyward, but thereafter
the clouds failed to restore them.
In time, streams gave up
every spirit, and the sea, unreplenished,
finally became the void we had feared
it would become, the void we had imagined.
And, as now, clouds brought only rain,
and the emptied rain
brought only the chill in which
we must now be wrapped.

 

A Lot

A little loam and topsoil
is a lot.
—Heather McHugh

A vacant lot, maybe, but even such lit vacancy
as interstate motels announce can look, well, pretty
damned inviting after a long day’s drive, especially
if the day has been oppressed by manic truckers, detours,
endless road construction. And this poorly measured, semi-
rectangle, projected and plotted with the familiar
little flags upon a spread of neglected terra firma
also offers brief apprehension, which—let’s face it,
whether pleasing or encumbered by anxiety—dwells
luxuriously in potential. Me? Well, I like
a little space between shopping malls, and while this one may
never come to be much of a garden, once we rip
the old tires from the brambles and bag the trash, we might
just glimpse the lot we meant, the lot we hoped to find.

 

Homeland of the Foreign Tongue

Each morning we begin again. My wife
wakes me with a shove, and condescends to try
her sorry Deutsch with me; she’s chewing mud.
God, she’s dumb. I tell her so, but mostly
in a dialect she never understands.
Carefully now, she mouths her thanks and takes me

by the hand to the dampness of the trough,
where she leaves me throwing water on my face.
I wash those parts I want to wash, begin
my bump along the wall to the sour kitchen,
where coffee waits and something tasteless chills
against the plate. Grace is blind, and probably

deaf as well, happens only where angels
let it—nowhere you’ll ever find in time.
I’ve never seen the woman’s face, though once,
too far from here to count for much, I wished I could.
But it’s morning come again, and she,
as is her habit, begins to sing above the soup.

Somewhere, some angel pities me, as God
must once have pitied her: Her voice forgets
its tenement, and I neglect the words.

 

Idiote Psalmen

4

Isaaks boetepsalm, zonder begeleiding.

Opnieuw, en ja, opnieuw, o Onophoudelijke Verdraagzame
van onze troosteloze terugkomsten o Eeuwig Verzakende
Verlatene (zonder conclusie), o Onuitputtelijke,
vind ik mijn gezicht tegen de grond, en opnieuw
ontsnapt mijn smeekbede aan onreine lippen, en aan een hart
dat is aangekoekt en vernauwd door zijn eigen bezoedelde resten.
U bent voor eeuwig, en voor eeuwig gezegend, en ik verlang ernaar
op een dag mijn knoop te ontwarren en de zaken te veranderen,
om minstens één laatste seizoen zondeloos te doorstaan,
om nog één keer zonder hartzeer voor u te buigen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Scott Cairns (Tacoma, 19 november 1954)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e november ook mijn blog van 19 november 2020 en ook mijn blog van 19 november 2018 en eveneens mijn blog van 19 november 2017 deel 3.

Joost Oomen, Scott Cairns

De Nederlandse dichter Joost Oomen werd geboren in De Bilt op 18 november 1980. Zie ook alle tags voor Joost Oomen op dit blog.

Uit: Visjes

“Een groot, door de maan beschenen koekblik met licht achter de raampjes. Vanbinnen is dit koekblik vol versleten pluchen stoelen en schuifdeuren en harmonicagangen en zeeppompjes en er zit een conducteur in, kalend bij de slapen en in een brandschoon uniform, die knikkebolt naast een kast vol sleutels en reserve-tandenborstels voor zijn passagiers. Zijn fluit hangt aan een wit koord om zijn nek. Het is niet alleen de conducteur die slaapt, ik doe dat ook. lk lig op mijn buik op een bed dat prikt. De avondklok is nog van kracht in dit land en de stationsbelletjes van Italië luiden voor natriumgeel verlichte, maar volstrekt verlaten stations. In de momenten dat ik wakker schrik en even wakker blijf, zie ik dorp na dorp voorbijdrijven in het zwart en ik weet dat ik een goede kans maak dat Ik degene ben die in deze nacht de meeste lichtjes van Italië ziet. lk zie de lichten van Cassino, Napels en Sapri, ik zie de kleine, flakkerende lichten op de bergflanken en de rode lampen op windmolens. Ik zie de verre lichtjes op de donkere zee op de momenten dat we met de trein vlak langs de branding scheren, en dat is vaak, want de rails zijn vlak langs de kust gelegd; als ik mijn arm uit het raam zou steken zou ik mijn hand bijna door het witte schuim kunnen laten gaan. lk zie het licht van de gang door de luxaflex van onze coupé schijnen en in dat zachte licht zie ik de bagage van mijn reisgenoten op de treinvloer liggen. Op het uitklapbed boven mij ligt de ene reisgenote, een Italiaanse kunstenares die in Nederland woont. Zij heet Mirka. Op de treinbank naast mij ligt mijn andere reisgenote, een Nederlandse kunstenares die in Italië woont. Zij heet José. Samen zeulen zij mee: drie analoge spiegelreflexcamera’s, één pinhole-camara, twee digitale camera’s, een loodzwaar statief uit de jaren zeventig een linnen tas vol kleurenrolletjes, een linnen tas vol zwart-witrolletjes, een rolletje voor het fotograferen in de nacht, een rolletje waarvan ze beiden niet weten waar het voor is, twee flessen chemicaliën om foto’s mee te ontwikkelen, twee maatbekers om die chemicaliën te kunnen mengen, een wisselzak, vier slippers, tien mondkapjes, twee tandenborstels, een flesje ontsmettingsmiddel en nog wat dingen die elke reiziger wel in zijn of haar tas heeft zitten.”

 

Joost Oomen (De Bilt, 18 november 1980)

 

De Amerikaanse dichter, librettist en essayist Scott Cairns werd geboren op 19 november 1954 in Tacoma, Washington. Zie ook alle tags voor Scott Cairns op dit blog.

 

Idiote Psalmen

3

Een psalm van Isaak, gefluisterd te midden van de Filistijnen, fluisterend.

Meester, zowel onzichtbaar als notoir traag van handelen, mocht U geneigd zijn
Uw genereuze aandacht voor dit moment
te vestigen op de beperkte scène van deze door ons vastgestelde
saaiheid, mocht het U – zodra onze vriendelijke
secretaris naar behoren heeft opgemerkt wie van ons
aanwezigheid veinst, en wie verontschuldigd is, en wie niet,
u misschien vermaken te horen hoeveel wij te zeggen hebben
over zo weinig. Tussen deze andere middelmatigheden,
krijgt Uw middelmatige dienaar een glimp van hoe
zijn trage en magere aanbidding zou kunnen verschijnen
van waaruit U eindeloos onze somberheid bijwoont.
Heilige, vergeef, doe afstand en, als U wilt, weer
van dit mijn hart het gevoel af dat ik hier verdrink
te midden van de gebaren, de discussies, de verschillende
eindeloos herschikte vragen, onze papieren stembiljetten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Scott Cairns (Tacoma, 19 november 1954)
Portret door Bruce Herman, 2020

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e november ook mijn blog van 18 november 2023 en ook mijn blog van 18 november 2020 en ook mijn blog van 18 november deel 2 en eveneens deel 3.

Guido van Heulendonk, Chinua Achebe

De Vlaamse schrijver Guido van Heulendonk (pseudoniem van Guido Beelaert) werd geboren in Eeklo op 17 november 1951. Zie ook alle tags voor Guido van Heulendonk op dit blog.

Uit: Buiten de wereld

“In de verte zijn er bergen en op de voorgrond een plas, waarin zich de top van een wolk weerspiegelt. Er is een landschap, coördinaten en dimensies, breedte en lengte, lucht, verschuivingen in spectra en momenten.
Het is daar en nu.
Er is een sloot. Stapvoets treedt het water onder een booggewelf naar buiten, het daglicht in, meteen de weg vindend tussen de rotsige oevers en het struikgewas dat de duiker half aan het oog onttrekt. De bakstenen zijn ooit rood geweest, maar hebben hun kleur prijsgegeven aan oprukkend vuil en mos.
Links en rechts groeien veldbloemen, in groepjes of verspreid, unisoon qua ornaat en kleur, en het geluid is dat van regen die net ophoudt te vallen. In het modderige zand bij de bosrand is een patroon van ribben en walletjes ontstaan, waartussen het laatste vocht wegsijpelt. Een laadbord van Stengen&Co staat te rotten tegen de eerste boom, een plank heeft zich losgewerkt uit het geheel, opgekruld als een gesprongen veer, netels groeien dwars door het hout en verderop hangen waterdruppels aan de stekels van distels, twijfelend. Enkele laten los, maar de meeste klampen aan.
Nu vliegen mussen op en een houtduif koert. Aan een omgewaaide berk bewegen witte velletjes en de schijf van de uitgerukte wortels staat rechtop, als een opengeklapt putdeksel, op de rand van het wortelgat. Twee vuisten water, tot opdrogen gedoemd, want de regen zal nu lang niet meer vallen. Bij de sloot vijf wilgen. Uit de gebarsten wortels kruipen mieren, ze dwalen rond, verdwijnen in het gras, keren terug. Eentje bereikt een kastanjeblad, waarop, schijnbaar ontstaan uit het niets, opeens een hagedis zit. Ze versteent tot fossiel, zichzelf exposerend op de groene handpalm. De mier kruipt om haar voorpoot heen, houdt halt, ruikt aan een schub. De hagedis flitst weg, gereanimeerd door een onhoorbare stem.
Een schaduw verglijdt, onder de trage wolken.
En kiezel, schors en klaver. Kruimelende bladeren van vervlogen herfsten. Verlaten cocons, afgeworpen insectenjasjes, transparante vliegenlijkjes in spinnenwebben. Houtschimmel en bereklauw, boterbloemen en Sint-Janskruid. Vlinders, bijen, hommels, wespen, dazen, dansmuggen. En een spitsmuis. En diep in het westen, hoog op een blauwe helling, de doorbuigende notenbalk van hoogspanningskabels.”

 

Guido van Heulendonk (Eeklo, 17 november 1951)

 

De Nigeriaanse dichter en schrijver Chinua Achebe werd geboren op 16 november 1930 in Ogidi. Zie ook alle tags voor Chinua Achebe op dit blog.

 

Achterlating

Ik verliet de gebeeldhouwde kruk
in de hut van mijn vader onder het aanzwellende
gezang van sabeltandtermieten
die in het merg van het hout
een stalagmiet met witte buik opwekten

Waar gaat een hardloper heen
die met zijn olieachtige greep
de stok laat vallen die door de gelovige is overhandigd
in een harde, genadeloze race? Of
de priesterlijke ouderling, die het hoofd
van tabak van de curiosaverzamelaar
inruilt voor de heilige staf
van zijn volk?

Laat ze het land beproeven
waar de zee zich terugtrekt
Laat ze het land beproeven
waar de zee zich terugtrekt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Chinua Achebe (16 november 1930 – 21 maart 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e november ook mijn blog van 17 november 2018 deel 1 en eveneens deel 2.